3 De rittenrecorder gebruiken
3.1 Automatisch opnemen
Zodra de motor van de auto wordt gestart, zal het apparaat automatisch
inschakelen en de opname starten.
De opname stopt automatisch wanneer de motor wordt uitgeschakeld.
Opmerking:
1. In sommige voertuigen wordt de stroomtoevoer niet automatisch in- of
uitgeschakeld met het starten of stoppen van de motor. Als het apparaat niet
automatisch kan in-/ uitschakelen met de automotor, moet u de camera
handmatig verbinden met de stroom van het voertuig en deze vervolgens
handmatig in- of uitschakelen en dan de aansluiting met de voeding van de auto
loskoppelen.
2. Dit kan worden geconfigureerd om een videobestand op te slaan voor elke 30
seconden, elke minuut of elke 3 minuten opname. Raadpleeg Opnameinterval
(4.1).
3. Alle video's en foto's worden opgeslagen op de geheugenkaart. Als de
geheugenkaart vol is, zal de lusopname doorgaans het oudste videobestand
overschrijven.
17