7.4
7.4 Elektrische aansluiting
1)
Warmtepomp
2)
Sturingsleiding (toebehoren)
3)
Warmtepompregelaar
4)
Basisbesturing
5)
Randapparatuur
6)
Stuurstroom L/N/PE 230 V AC
7)
Belastingsstroom 3/PE 400 V AC
8)
Belastingsstroom bronpomp 3/PE 400 V AC
Alle voor de spanningsvoorziening van de warmtepomp
noodzakelijke componenten bevinden zich in de basisbesturing.
De basisbesturing wordt in de behuizing op een effen wand
gemonteerd. Voor de besturing van deze componenten is een
warmtepompregelaar nodig. De verbinding van de afzonderlijke
componenten basisbesturing en warmtepompregelaar moet ter
plaatse worden aangebracht (connectoren).
Vermogenstoevoer naar de basisbesturing
In de vermogenstoevoer naar de basisbesturing voor de
warmtepomp moet een alpolige afschakeling met ten minste
3 mm contactopeningsafstand (bv. een veiligheidsschakelaar
van de elektriciteitsmaatschappij of veiligheidscontact), evenals
een
3-polige
vermogensschakelaar,
gemeenschappelijke inwerkingstelling voor alle buitenkabels
worden aangebracht. De benodigde kabeldoorsnede van de
leiding moet conform het verbruik van de warmtepomp, de
technische
aansluitvoorwaarden
elektriciteitsmaatschappij en VDE 0100 worden gekozen. Het
verbruik van de warmtepomp wordt in de technische
documentatie vermeld. De aansluitklemmen (X1-L1/L2/L3 op de
vermogensschakelaars) zijn voor een kabeldoorsnede van max.
2
16 mm
ontworpen.
Voor de aansluiting van de bronpomp moet zijn gewaarborgd,
dat de spanningsvoorziening voor deze klemmen niet door een
afstandsschakelaar
kan
worden
uitschakelvertraging van de bronpomp te waarborgen. De
fabrieksmatig
ingebouwde
overeenkomstig de gegevens van de producent van de pomp
worden
ingesteld.
De
bronpompvoeding zijn X1-L11/L21/L31.
NL-6
met
een
van
de
betreffende
uitgeschakeld
om
de
motorbeveiliging
moet
aansluitklemmen
van
de
Stuurspanning
De basisbesturing wordt door de warmtepompregelaar via de
sturingsleiding verzorgd. Een extra leiding in de basisbesturing is
niet nodig.
Verbinding van het vermogen tussen de
basisbesturing en het aansluitkastje van de
warmtepomp
De verbindingen tussen de klemkast in de warmtepomp en de
basisbesturing,
evenals
tussen
basisbesturing moeten ter plaatse worden aangebracht.
Voor de vermogenskabel moeten de doorsnedes conform de
vermogenopname van de warmtepomp (technische gegevens)
evenals de vermogenopname van de gebruikte bronpomp
worden bepaald.
De vermogenskabels worden in de geïnstalleerde kunststof buis
getrokken.
Aansluitklemmen compressor:
X1-1/2/3/PE
X1-4/5/6/PE
Aansluitklemmen bronpomp:
X1-7/8/9/PE
Sturingsverbinding tussen de basisbesturing en
het aansluitkastje van de warmtepomp
De sturingsverbinding tussen het aansluitkastje van de
warmtepomp
en
de
basisbesturing
geconfectioneerde sturingsleiding tot stand gebracht (zie
prijslijst). De sturingsleiding wordt met de ronde 16-polige
connector van de basisbesturing naar het aansluitkastje van de
warmtepomp aangelegd. Door lichte druk en voorzichtig draaien
naar links of rechts wordt de verdraaiingsbeveiliging van de
connector gezocht. Vervolgens de connector er zover insteken,
tot de ringmoer op de connector aansluit. Door de ringmoer naar
rechts te draaien wordt de connector tot stand gebracht en
geborgd. De twee rechthoekige steekverbinders worden door de
doorvoer rechtsonder de basisbesturing ingeleid en met de
aanvullende delen (niet te verwarren) in elkaar gestoken. De
stuurkabel moet met de trekontspanning in de basisbesturing
worden beveiligd. Eventuele extra lengte van de stuurkabel kan
in een kabelkanaal of als ring aan de wand worden aangebracht.
Aansluiting van de
warmtepompregelaarbasisbesturing (met
sturingsleiding 1,5 m, zie prijslijst)
De sturingsleiding wordt door de ronde connector met de
basisbesturing en met de twee rechthoekige connectoren met de
warmtepompregelaar verbonden. Nadere aanwijzingen vindt u in
de
montage-
en
gebruiksaanwijzing
warmtepompregelaar.
OPGELET!
Let bij het aansluiten van de vermogenkabels op het rechtsdraaiende
veld. (Bij een foutief draaiveld heeft de warmtepomp geen capaciteit en
maakt veel lawaai).
de
bronpomp
en
de
wordt
door
de
van
de