TV-weergave niet gebruiken
U kunt uw TV niet aangesloten laten op de grafische
versnellerkaart als u al twee analoge monitors heeft
aangesloten op de kaart, zelfs als de TV niet aan staat
en niet ingeschakeld is op de software.
U kunt een analoge monitor die is aangesloten op de
DVI-I connector niet aangesloten laten op uw
grafische versneller kaart wanneer de TV is
ingeschakeld. In beide gevallen wordt uw grafische
versnellerkaart overbelast waardoor alle apparaten
een minder helder beeld weergeven.
Monitor versus TV-weergave
Een TV gebruiken voor de PC-weergave is uiterst
geschikt voor het spelen van spellen, geven van
presentaties, bekijken van films en surfen op het
Internet. De weergave op de monitor kan echter
wijzigen of samengedrukt lijken, omdat de weergave
wordt aangepast aan de afmetingen van de TV. Als u
de weergave op de monitor wilt corrigeren, past u
met de besturingsknoppen op de monitor de
beeldgrootte en -positie aan.
Bepaalde monitors met één frequentie werken
mogelijk niet als TV-weergave is ingeschakeld. Als u
problemen ondervindt wanneer TV-weergave is
ingeschakeld, schakelt u TV-weergave uit om het
beeld van de monitor te herstellen.
Monitorweergave aanpassen
Het formaat van de weergave op de monitor is
mogelijk kleiner en niet exact gecentreerd wanneer
TV-weergave is ingeschakeld. Dit is het gevolg van
de wijzigingen die nodig zijn voor een juiste
weergave op de TV.
Gebruik de besturingselementen op het tabblad
Aanpassingen van de pagina
Monitoreigenschappen (waartoe u toegang krijgt
door op de knop Monitor op het tabblad ATI
32