Inhoudsopgave
Advertenties
16 (26)
.
6.1 Controles voor gebruik
Verwijder voordat u met de werkzaamheden start grote voorwerpen die niet kunnen worden
opgeveegd met de bezem uit het werkgebied.
Rijd voorzichtig op oneffen terrein en let op het effect dat een zware last aan de voorkant van de
kniklader heeft op de stabiliteit en de rijeigenschappen van de kniklader.
Controleer de instelling van de positiesteunen van de bezem. Er moet een ruimte zijn tussen de
bezem en de randplaat van de bak. Een te grote ruimte vermindert de opvangprestaties.
Zorg ervoor dat omstanders op veilige afstand zijn als u de apparatuur bedient. Laat niemand het
gevarengebied van de laadarm betreden of recht voor de kniklader staan. Controleer ook of het veilig
is om met de kniklader achteruit te rijden. Neem nooit aan dat omstanders blijven staan waar u ze
voor het laatst hebt gezien; met name kinderen voelen zich vaak aangetrokken tot de bewegende
apparatuur.
Controleer de algemene staat van het hulpstuk en de kniklader en controleer op mogelijke
hydraulische-olielekken. Het hulpstuk mag niet worden gebruikt als er een storing in het hydraulische
systeem van de kniklader of het hulpstuk is. Raadpleeg het hoofdstuk 7 voor onderhoudsinstructies.
Bestuur het hulpstuk en de besturingen van de kniklader alleen als u op de bestuurdersstoel zit. Zorg
ervoor dat de kniklader en het hulpstuk veilig en op de bedoelde manier worden gebruikt. Laat
kinderen de apparatuur niet bedienen.
Bedien de kniklader of de hulpstukken niet als u onder de invloed bent van alcohol, drugs, medicijnen
die uw beoordelingsvermogen kunnen beïnvloeden of slaperigheid kunnen veroorzaken, of als u op
een andere manier niet medisch in staat bent om de apparatuur te bedienen.
Denk aan de juiste werkmethoden en verlaat de bestuurdersstoel alleen als dat echt nodig is.
Controleer of alle beschermkappen op hun plaats zijn voordat u de bezem gebruikt.
Gebruik de bezem alleen wanneer deze in goede staat is en alle kappen op hun plaats
zitten.
Ondanks de beschermkap van de bezem, kan de bezem zand, stenen, stukjes hout of
andere materialen ver van zich af slingeren. Stop de bezem onmiddellijk als er andere
personen dichter dan 3 meter van de bezem zijn.
Gebruik de bezem alleen wanneer de positiesteunen op de juiste hoogte zijn ingesteld.
Zie hoofdstuk 6.2.1.
Reinig regelmatig de oliekoelerkern van de kniklader; raadpleeg de handleiding van de
kniklader voor meer instructies. Oververhitte olie vermindert het vermogen en heeft
invloed op de levensduur van de hydraulische componenten van zowel het toebehoren
als de kniklader.
Advertenties
Inhoudsopgave
