OPTISWIRL 5080
3.6 Minimale uitlaatsecties
Figuur 3-7: Minimale uitlaatsecties
1 Voor pijpverwijdingen, pijpbochten, regelkleppen, etc. ≥ 5 DN
2 Voor meetpunten ≥ 5 DN
INFORMATIE!
Het inwendige van de pijp op de meetpunten moet vrij zijn van bramen en andere verstoringen
van de flow. Het meettoestel heeft een interne temperatuursensor. De afstand van externe
temperatuurmeetpunten moet ≥ 5 DN. Gebruik zo kort mogelijke flowsensoren, om
verstoringen van het flowprofiel te voorkomen.
3.7 Installatie
3.7.1 Algemene aanwijzingen voor de installatie
VOORZICHTIG!
De installatie, assemblage, het opstarten en het onderhoud mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door naar behoren getraind personeel. De regionale richtlijnen inzake de gezondheid
en de veiligheid op het werk moeten altijd worden nageleefd.
De volgende procedures moeten worden uitgevoerd voordat het toestel wordt
geïnstalleerd:
• Verzeker dat de afdichtingen dezelfde diameter hebben als de pijpleidingen.
• Let op de juiste flowrichting voor het toestel. Dit wordt aangegeven door een pijl op de
behuizing van de flowsensor.
• Op meetpunten met variërende thermische belastingen moeten de toestellen worden
bevestigd met expansiebouten (DIN 2510).
• Expansiebouten of bouten en moeren zijn niet meegeleverd met het toestel.
• Ga na of de meetflens concentrisch is gemonteerd.
• Let op de exacte installatielengte van het meettoestel wanneer u het meetpunt voorbereidt.
07/2023 - 4009988201 - MA OPTISWIRL 5080 R02 nl
www.krohne.com
INSTALLATIE
3
23