1. Introductie
Deze handleiding behandelt de volgende detectoren:
DMP-100 - conventionele Multi sensor rook en warmte (Afb. 1);
DRP-100 - conventionele optische rookmelder (Afb. 2);
DCP-100 - conventionele hittedetector met vaste temperatuur / stijgingssnelheid (Afb. 1 –
de behuizing van de detector is voorzien van een rode ring om deze te
onderscheiden van de DMP-100).
Deze detectoren kunnen de vroege stadia van de brandontwikkeling detecteren wanneer er
sprake is van zichtbare rook (DMP-100 en DRP-100) en/of temperatuurstijging (DMP-100 en
DCP-100). Ze zijn ontworpen voor gebruik in combinatie met de brandmeldcentrales
CSP-104, CSP-108, CSP-204 en CSP-208.
2. Eigenschappen
EN54-7 optische detector (DMP-100 en DRP-100).
EN54-5 thermische detector (DMP-100 en DCP-100).
Detectie van vervuiling van de optische kamer (DMP-100 en DRP-100).
Rode led indicatie.
Installatie op DB-100 sokkel.
Optionele aansluiting van externe led indicator.
3. Functionele beschrijving
3.1 Rookdetectie (DMP-100 en DRP-100)
Een optische methode wordt gebruikt voor detectie van zichtbare rook. Indien de rook
concentratie in de optische kamer de ingegeven drempelwaarde overschrijdt zal een alarm
worden geactiveerd. De detector compenseert automatisch geleidelijke veranderingen in de
optische kamer, veroorzaakt door stofafzetting. In het geval van een DMP-100 Multi sensor
detector
worden
temperatuurveranderingen die worden geregistreerd door de thermische sensor (thermistor).
3.2 Thermische detectie (DMP-100 en DCP-100)
De hitte detector werkt conform de eisen van de A1R (EN 54-5) klasse. Een alarm wordt
geactiveerd na het overschrijden van een bepaalde temperatuur drempelwaarde (54°C -
65°C) of in het geval dat de temperatuur te snel stijgt (zie Tabel 1).
de
parameters
van
de
rooksensor
aangepast
aan
de