7-3 VOEDINGSCIRCUIT, VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN EN KABELVEREISTEN
• Zorg voor een voedingscircuit (zie Tabel 3) voor de aansluiting van de unit. Dit circuit moet beveiligd worden
met de vereiste veiligheidsvoorzieningen, zoals een hoofdschakelaar, een langzaamwerkende smeltzek-
ering in elke fase en een aardlekschakelaar.
• Een hoofdschakelaar of een andere manier om te onderbreken, met een contactscheiding in alle polen,
moet voorzien zijn in de vaste bedrading in overeenstemming met de toepasselijke lokale en nationale
wetgeving.
• Bij gebruik van circuitonderbrekers die werken op reststroom moet altijd een hoge-snelheidstype (0,1 sec-
onde of minder) onderbreker die werkt op 30 mA nominale reststroom worden gebruikt.
• Gebruik alleen koperen stroomdraden.
• Gebruik geïsoleerde draden voor de voedingskabel.
• Gebruik het juiste type en maat voedingskabel overeenkomstig de plaatselijke en landelijke voorschriften.
• De specificaties voor de plaatselijke bekabeling voldoen aan IEC60245.
• Gebruik kabeltype H05VV-U3G voor de voedingskabel. De maat moet voldoen aan de plaatselijke voor-
schriften.
• Gebruik vinylsnoer met een omhulsel of kabel (2-draads) van 0,75-1,25 mm
Tabel 3
Model
Type
BS1Q10
BS1Q16
V1
BS1Q25
MCA: Min. voedingsstroom (A):
OPMERKINGEN
• De bovenstaande Tabel 3 van de elektrische eigenschappen heeft betrekking op één BS-unit.
• Raadpleeg het machinegegevensboek voor verdere informatie.
7-4 VOORBEELD VAN BEKABELING
• Hieronder wordt een bekabelingsvoorbeeld getoond voor de besturingskabels voor één systeem.
• Verbind de aansluitingen F1 en F2 (TO IN/D UNIT) van de besturing-PCB (A1P) in de buitenunit EL.
COMPO. BOX en de aansluitingen F1 en F2 (TO OUT/D UNIT) van de besturing-PCB (A1P) van de eerste
BS-unit A.
Buitenunit
TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT
F1 F2
F1F2
(1)
F1
F2 F1 F2
TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT
BS-unit A
(1)
(1)
F1 F2
F1 F2
OPMERKINGEN
1. Sluit de airconditioners met uitsluitend koeling aan op de aansluitingen F1 en F2 (TO OUT/D UNIT) van
de laatste BS-unit.
2. Gebruik een kabel met 2 kerndraden voor de besturingskabels. Gebruik van een kabel met 3 of meer
kerndraden wanneer twee of meer binnenunits tegelijk worden gebruikt, kan resulteren in een abnormale
werking. (Gebruik alleen een kabel met 3 kerndraden in de COOL/HEAT SELECTOR.)
3. Sluit niet de voedingskabel op het besturingskabels-aansluitingenblok aan. Dit kan resulteren in bescha-
diging van het gehele systeem.
14
Hz
50
MFA: Max. zekeringstroom (A)
Sluit hier niet de
voedingskabel aan.
(1)
A
B
F1 F2 F1 F2
(2)
TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT
C
BS-unit B
(1)
A B C
F1 F2
COOL/HEAT
SELECTOR
Binnenunit met koeling/verwarming-selectie
Units
Voltage
Min.
220
230
198
240
Verbindingsbekabeling
COOL/HEAT SELECTOR bekabeling
Gebruik 2-aderige kabel.
Gebruik 3-aderige kabel. (Er is polariteit. Zorg dat
(Geen polariteit.)
de aansluitingsnummers met elkaar overeenkomen.)
(1)
A
B
(2)
C
A B C
COOL/HEAT
SELECTOR
2
voor de besturingskabels.
Max.
MCA
264
0,1
(1)
A
B
F1 F2 F1 F2
(2)
TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT
C
Laatste BS-unit
(1)
A B C
F1 F2
COOL/HEAT
SELECTOR
Voeding
MFA
15
F1 F2
(1)
F1 F2
Binnenunit voor
uitsluitend koeling
Nederlands