SATEL
9. Indien een deur statuscontact gebruikt wordt sluit u deze aan op de IN en COM
aansluiting. Indien de deurstatus niet gebruikt wordt dient u de IN aansluiting met de COM
aansluiting door te verbinden of zet in de configuratie van het bediendeel de M
op 0.
OPEN TIJD
10. Sluit de voeding aan op het bediendeel (aansluitingen +12V en COM). De voeding kan
vanaf de hoofdprint of van een uitbreiding met voeding worden gehaald of vanaf een
additionele voeding.
11. Plaats het frontpaneel in de haakjes en sluit de behuizing.
12. Zet voeding op het alarmsysteem.
13. Start de identificatie functie in het alarmsysteem (zie de installatiehandleiding van het
alarmsysteem). Het bediendeel zal als "INT-S/SK" worden geïdentificeerd.
14. Vergrendel de behuizing met de schroef.
2.1 Adres instellen
De DIP-switches van 1 tot 5 worden gebruikt om het adres in te stellen. Elke switch heeft een
numerieke toegewezen waarde. In de UIT positie is de waarde 0. De numerieke waardes
toegewezen aan elke switch in de AAN positie worden weergeven in Tabel 1. Door het bij
elkaar optellen van de numerieke waardes van switches 1-5, komt u aan het in te stellen
adres voor de module.
DIP-switch nummer
Numerieke waarde
2.2 Beschrijving van de aansluitingen
12V
- voedingsingang
CLK - clock (uitbreiding communicatie bus)
DTA - data (uitbreiding communicatie bus)
COM - common ground
IN
- deurstatus controle ingang (NC)
INT-SF
Fig. 3. Deur opener aansluiting.
Tabel 1.
Fig. 4. Voorbeelden van adres instellingen.
1
2
3
1
2
4
AX
4
5
8
16
3
.
DEUR