Elektronische instelling via potmeters op de
ontsteekprint
•
P4 (rechts): Ontsteekbranderdruk
(fabrieksinstelling:
)
Deze druk wordt gecreëerd door extra modulatie via de
2
operator en duurt zolang de regeling geen vlam ziet.
e
•
P5 (links) :
Minimum gasdruk
(fabrieksinstelling:
)
Deze druk wordt afzonderlijk van de mechanisch
ingestelde branderdruk via de moduleerspoel gege-
ven.
11.3 Controle van de branderdrukken
1. Meet de gas voordruk (stand-by):
• Zet de bedieningsschakelaar op OFF;
• Meet de gasvoordruk op punt 3 van het gasblok;
2. Meet de voordruk tijdens bedrijf.
• Zet de bedienningsschakelaar op ON;
• Ontsteek het toestel middels tapwater vraag;
• Meet de gasvoordruk op punt 3 van het gasblok.
De druk is lager dan de stand-by situatie.
3. Meet de ontsteekbranderdruk;
• Maak de kabel van de ionisatiepen los;
• Start het toestel, e.v.t via X5 (fig 13.4 op hoofdprint 101);
• Meet de ontsteekbranderdruk op punt 2 van het
gasblok;
• Maak de kabel weer vast;
• Reset.
4. Meet de minimum druk;
• Maak de connector X10 los;
• Start het toestel;
• Meet de minimum druk op punt 2 van het gasblok;
• Monteer connector X10.
5. Meet de maximum druk;
• Overbrug de testaansluiting X5 op de hoofdprint;
• Zet de schakelaar op ON.;
• Meet na 10 seconden direct de maximale gasdruk op
punt 2 van het gasblok.
Controleer of de meetpunten weer dicht zijn geschroefd!
De onderstaande tabel geeft de voorgeschreven drukken.
Aardgas (G25)
Druk in mbar
Brander: minimum
Brander: maximum
Brander: ontsteek
Max. gasverbruik
m
/h; l/min
3
Toelaatbare voordruk
26
Propaan (G31)
3,6
8,3
17,4
36,5
± 6,0
± 13,0
3,17 / 52,8
2,0 kg/h
20 - 30
37 - 50
11.4 Begrenzen van het maximale cv-zijdige
vermogen
Met behulp van potmeter P3 (zie figuur 13.4) is het moge-
lijk om het maximale vermogen voor de cv-installatie te
begrenzen. Dit is een elektronische begrenzing die alleen
voor de cv-installatie geldt. Op tapwater wordt het volledige
vermogen gegeven. Figuren 11.4 en 11.5 geeft de verhou-
ding tussen branderdruk en cv-zijdig vermogen weer.
Aardgas
G25
Figuur 11.4: Verhouding tussen branderdruk en het geleverde vermogen
(Aardgas: G25)
Propaan
G31
Figuur 11.5: Verhouding tussen branderdruk en het geleverde vermogen
(Propaan: G31)
Ga als volgt te werk:
1. Bepaal het benodigde cv-zijdig vermogen;
2. Bepaal m.b.v. de grafiek de benodigde druk;
3. Start het toestel door middel van de testaansluiting X5
op de hoofdprint. Verbindt deze door. Het toestel gaat
nu naar het max. ingestelde cv-zijdige vermogen.
4. Meet de branderdruk op het gasblok (meetpunt 2);
5. Stel m.b.v. potmeter P3 op de hoofdprint de gewenste
branderdruk voor de cv-installatie in.
6. Verwijder de doorverbinding op testaansluiting X5.
7. Noteer de huidige instelling in de klep van het toestel.
Sluit de meetnippel