06/11/07 19:57:57 39Z4F601_010
6 : 1 Reductiekast
1.
Verwijder de olieniveaucontroleplug
met de ring en kijk of het olieniveau bij
de rand van het pluggat staat.
2.
Als het olieniveau beneden het
controlepluggat staat, verwijder dan
de vulplug en de ring. Vul bij met de
aanbevolen olie (zie pagina
deze begint uit te stromen uit het
controlepluggat.
3.
Breng de olieniveaucontroleplug, de
vulplug en de ringen aan. Zet beide
stevig vast.
Olie verversen
2 : 1 Reductiekast met centrifugaalkoppeling
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
1.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de reductiekast om de verbruikte
olie op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de aftapplug
en de ring.
2.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de aftapplug en
een nieuwe ring aan en draai deze stevig vast.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak en giet deze niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
3.
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot aan de
bovenste peilstreep op de peilstok (zie pagina
controleren steekt u de peilstok in en verwijdert u deze weer zonder in de
vulopening te draaien.
Olie-inhoud reductiekast: 0,50
Als de motor draait met een te laag olieniveau in de reductiekast, kan er
motorschade optreden.
4.
Schroef de olievuldop/peilstok weer stevig vast.
HOOGSTE PEIL
LAAGSTE PEIL
10
OLIEPEIL
VULSTOP
9
) tot
OLIENIVEAUCONTROLEPLUG
9
). Om het olieniveau te
VULDOP/PEILSTOK
AFTAPPLUG
6 : 1 Reductiekast
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
1.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de reductiekast om de verbruikte
olie op te vangen en verwijder dan de vulplug, de
olieniveaucontroleplug en de ringen.
2.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen in het opvangbakje door de
motor naar het gat van de olieniveaucontroleplug toe te kantelen.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak en giet deze niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
3.
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot deze
begint uit te stromen uit het controlepluggat (zie pagina
Als de motor draait met een te laag olieniveau in de reductiekast, kan er
motorschade optreden.
4.
Breng de olieniveaucontroleplug, de vulplug en de nieuwe ringen aan en
zet ze stevig vast.
OLIENIVEAUCONTROLEPLUG
LUCHTFILTER
Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert. Als u de motor in een erg stoffige
omgeving gebruikt, reinig het luchtfilter dan vaker dan staat aangegeven in
het ONDERHOUDSSCHEMA.
Bij gebruik van de motor zonder luchtfilter of met een beschadigd
luchtfilter, kan er vuil in de motor dringen en zal deze sneller slijten.
Dergelijke schade wordt niet gedekt door de dealergarantie (Distributor's
Limited Warranty) .
Inspectie
Verwijder het luchtfilterdeksel en inspecteer de luchtfilterelementen.
Reinig of vervang vervuilde luchtfilterelementen. Vervang beschadigde
luchtfilterelementen altijd. Als de motor een oliebadluchtfilter heeft,
controleer dan ook het olieniveau.
Zie de pagina's
11
−
12
voor instructies die van toepassing zijn op het
luchtfilter en -element voor uw motoruitvoering.
NEDERLANDS
9
).
VULSTOP
OLIEPEIL