108
Opslagruimte
Verplaats een paar apps naar de geheugenkaart.
Je kunt sommige apps van derden van de telefoonopslag naar de geheugenkaart
verplaatsen. Ga naar Instellingen > Apps > Op SD-kaart om te zien welke apps je kunt
verplaatsen. Tik op een album dat je wilt verplaatsen en tik op Verplaatsen.
§ De apps naar de geheugenkaart verplaatsen is niet hetzelfde als een back-up van
de apps maken. Als je de fabrieksinstellingen herstelt, raakt de telefoon de apps
kwijt. Je moet ze dan op nieuw installeren.
§ Als je de geheugenkaart verwijdert en in een andere telefoon steekt, worden de
apps op de geheugenkaart niet automatisch op de andere telefoon geïnstalleerd.
Je moet ze dan op nieuw installeren.
Over codering van de opslag
Op de telefoonopslag kun je gegevens coderen zoals je accounts, instellingen,
gedownloade applicaties en hun gegevens, media en andere bestanden. Op een
geheugenkaart kun je alleen bestanden coderen.
Stel een PIN-code voor schermvergrendeling of wachtwoord in voordat je het
coderen start. Laad de batterij volledig op en houd de HTC One mini 2 aangesloten op
de voedingsadapter tijdens het coderen. Dit proces kan ongeveer een uur duren.
Je kunt codering van het telefoongeheugen niet ongedaan maken. Als je terug wilt
keren naar een ongecodeerde telefoon, moet je de fabrieksinstellingen herstellen.
Als je codering op de geheugenkaart inschakelt, worden alleen nieuwe bestanden
gecodeerd die na het starten van het coderen zijn toegevoegd. Bestanden die reeds
op de kaart staan, worden niet gecodeerd. Door de geheugenkaart te coderen, wordt
deze ook niet geformatteerd of gewist. Gecodeerde bestanden op de geheugenkaart
kunnen alleen worden geopend met de telefoon waarmee ze zijn gecodeerd.
Hoe je coderen
1. Ga naar Instellingen en tik op Opslagruimte.
2. Tik op Codering van telefoonopslag. Of tik op SD-kaart gegevens coderen.
3. Tik op Volgende.
4. Voer de PIN-code of het wachtwoord in en tik op Volgende.
5. Tik op Codering inschakelen.
Tijdens de codering van de telefoonopslag kan de telefoon een paar maal opnieuw
starten. Als het coderingsproces voltooid is, voer je de PIN-code of het wachtwoord
in.
Als je de codering voor de SD-kaart uitschakelt om het coderen van nieuwe
bestanden te voorkomen, blijven gecodeerde bestanden gecodeerd. Om deze
bestanden te openen, moet je de codering opnieuw inschakelen voor je
geheugenkaart.