U kunt, als u een NMEA2000-netwerk op uw schip gebruikt, de AIS-transponder ook met behulp van een geschikte kabel op het
NMEA2000-netwerk aansluiten. Vraag uw leverancier voor meer informatie over NMEA2000-kabels.
Aansluiting op een pc of Mac
Sluit de USB-connector op de meegeleverde voedings- en gegevenskabel aan als u een pc of Mac met geschikte kaartsoftware wilt
gebruiken om ontvangen AIS-berichten als andere schepen weer te geven.
3.2
Installatieprocedures
Controleer voordat u de AIS-transponder gaat installeren of u alle aanvullende items bij de hand hebt die zijn beschreven in paragraaf
3.1. U wordt ten zeerste geadviseerd alle instructies in deze handleiding te lezen voordat u de installatie begint.
Neem contact op met de leverancier voor advies als u na het lezen van deze handleiding bepaalde aspecten van het installatieproces
niet begrijpt.
In de volgende paragrafen wordt het installatieproces voor elk hoofdsysteemelement stap voor stap uitgelegd.
Stap 1 - De AIS-transponder installeren
Hanteer de volgende richtlijnen bij het selecteren van een locatie voor de AIS-transponder:
•
De AIS-transponder moet worden gemonteerd op een afstand van minimaal 0,2 m van een kompas of ander magnetisch apparaat.
•
Er moet voldoende ruimte rond de AIS-transponder zijn om de kabels om te leiden. Zie Afbeelding 5 voor meer informatie over de
afmetingen van de AIS-transponder.
•
De omgevingstemperatuur rond de AIS-transponder moet worden gehandhaafd tussen -25 °C en +55 °C.
•
De AIS-transponder mag zich niet bevinden in een ontvlambare of gevaarlijke omgeving, zoals in een machinekamer of in de buurt
van brandstoftanks.
•
De AIS-transponder is volledig waterbestendig (beschermingsklasse IPx7); het wordt echter aanbevolen de AIS-transponder niet
gedurende langere perioden aan spatwater of onderdompeling bloot te stellen.
•
We raden u aan de AIS-transponder in een 'onderdekse' omgeving te installeren.
•
De AIS-transponder kan zowel verticaal als horizontaal worden gemonteerd.
•
Het product wordt geleverd met vier zelftappende schroeven waarmee de AIS-transponder op een geschikt oppervlak kan worden
bevestigd. Zie Afbeelding 6 voor richtlijnen.
•
De AIS-transponder moet op een locatie worden gemonteerd waar de indicatoren goed zichtbaar zijn, aangezien deze belangrijke
informatie over de status van de AIS-transponder verschaffen.
•
Als u de interne GPS-antenne gebruikt, moet u de AIS-transponder op een locatie met direct zicht op de lucht monteren. De interne
GPS-antenne moet onder het bovenvlak van de transponderbehuizing worden gemonteerd.
Installatie
Pagina 12