NEDERLANDS
Verwar‐
mingsfunc‐
tie
Deze functie is ontworpen om
tijdens de bereiding energie
te besparen. Zie 'Hints and
Warme‐
tips' hoofdstuk Warmelucht
lucht
(vochtig) voor bereidingsin‐
(vochtig)
structies. De ovendeur dient
tijdens de bereiding gesloten
te zijn zodat de functie niet
wordt onderbroken en om er‐
voor te zorgen dat de oven
werkt op de hoogst mogelijke
energie-efficiëntie. Bij het ge‐
bruik van deze functie kan de
temparatuur in de ruimte ver‐
schillen van de ingestelde
temperatuur. De restwarmte
wordt gebruikt.Het verwar‐
mingsvermogen kan worden
verminderd. Zie voor algeme‐
ne energiebesparingsaanbe‐
velingen 'Energie-efficiëntie'
hoofdstuk Energiebespa‐
ring.Deze functie werd ge‐
bruik om te voldoen aan de
energie-efficiëntieklasse vol‐
gens EN 60350-1. Bij gebruik
van deze functie gaat de ver‐
lichting na 30 seconden auto‐
matisch uit.
Om kant-en-klaar-gerechten
(bijv. patat, aardappelpartjes
of loempia's) krokant te ma‐
Bevroren
ken.
gerechten
Om plat voedsel te grillen en
brood te roosteren.
Grillen
Voor het roosteren van plat
voedsel in grote hoeveelhe‐
den en voor het maken van
Intens gril‐
toast.
len
Toepassing
Verwar‐
mingsfunc‐
tie
Voor het braden van grotere
stukken vlees of gevogelte
met botten op één niveau.
Circulatie‐
Voor gratineren en bruinen.
grill
Het opwarmen van voedsel
met stoom voorkomt dat het
oppervlak uitdroogt. De
Regenere‐
warmte wordt op behoed‐
ren
zaam en gelijkmatig verdeeld
en geeft het voedsel de
smaak en het aroma alsof het
net is bereid. Deze functie kan
gebruikt worden om eten di‐
rect op een bord te verwar‐
men. Met verschillende roos‐
terhoogtes kunt u meerdere
borden tegelijkertijd opwar‐
men.
Speciaal
Verwarmings‐
functie
Brood bakken
Gratineren
Deeg laten rijzen
Borden warmen
Toepassing
Applicatie
Om brood te bakken.
Voor maaltijden als la‐
sagne of aardappelgra‐
tin. Voor gratineren en
bruinen.
Om het deeg te laten
rijzen voor het bakken.
Als u deze functie ge‐
bruikt, gaat de verlich‐
ting na 30 seconden
automatisch uit.
Om borden voor het
serveren op te war‐
men.
16