Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Installatierichtlijnen; Veiligheids- En Gebruiksvoorschriften - Lubron Vi Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8
NEDERLANDS

1. ALGEMENE INSTALLATIERICHTLIJNEN

1.1. Druk
Dit product werkt hydraulisch onder druk van het water (min 2 bar – max 6 bar).
1.2. Elektrische aansluiting
Er dient voor te worden gezorgd dat de stroomtoevoer niet kan worden onderbroken door een schakelaar stroomopwaarts van
de installatie. Wanneer de kabel en/of het voedingsblok is/zijn beschadigd, moeten de beschadigde onderdelen worden
vervangen door een bevoegd technicus.
1.3. Bestaande leidingen
De leidingen moeten in goede staat zijn zonder kalkaanslag van enige betekenis. Het is steeds aanbevolen om een voorfilter te
plaatsen. Alle werkzaamheden met betrekking tot de watertoevoer, de verdeling in de installatie en de aansluiting op het riool
moet worden uitgevoerd conform de op het moment van installatie geldende regelgeving.
1.4. Waterhardheid
Dit product werkt uitsluitend met koudwaterleidingen bij een temperatuur van 5°C tot 25°C.
1.5. Ruimte
De vloer waarop de ontharder wordt geplaatst, moet vlak, schoon en stabiel zijn. In de nabijheid van het apparaat dient er zich
een aansluiting op het riool te bevinden.
In de nabijheid van het apparaat dient zich tevens een reglementair stopcontact met aarding te bevinden dat niet via een
schakelaar wordt bediend.
De ruimte moet in de winter zijn beschermd tegen vorst en in de zomer tegen zonnestralen. De ontharder werkt bij een
omgevingstemperatuur van 5°C tot 35°C.

2. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

Lees alle instructies voordat u de waterontharder in gebruik neemt.
2.1.
Bij schade als gevolg van het niet naleven van onderhavige gebruiksaanwijzing en een niet-juiste installatie vervalt de
garantie. De fabrikant/importeur is niet verantwoordelijk voor schade of gebruik dat in strijd is met de richtlijnen zoals
bepaald in onderhavige gebruiksaanwijzing.
2.2.
Dit product werd ontworpen in het kader van de behandeling van drinkwater. Wijzigingen aan de eigenschappen van
het water kunnen het product aantasten.
2.3.
Dit product werkt uitsluitend op koudwaterleidingen.
2.4.
Het is ten strengste verboden dit product stroomopwaarts van de watermeter te plaatsen.
2.5.
Een juiste installatie van dit product houdt in dat bij een voordruk hoger dan 6 bar een door derden aangeleverde
reduceerklep moet worden aangesloten.
2.6.
Op het product mag geen enkel voorwerp of ander apparaat worden geplaatst.
2.7.
Verwijder bij Monobloc ontharders de zoutbak onder het onderste gedeelte dat toegang verleent tot het hydraulische
en elektrische gedeelte niet. Open het deksel dat toegang verleent tot het hydraulische en elektrische gedeelte bij
DUO ontharders niet. Het hydraulische en elektrische gedeelte mag uitsluitend toegankelijk zijn voor een door de
fabrikant erkend technicus.
2.8.
Dit product moet worden beschermd tegen een terugloop van warm water (aanbevolen wordt om een terugslagklep
te plaatsen), tegen retourdruk van de installatie (aanbevolen wordt om een slagdemper te plaatsen) en tegen het
injecteren van niet-geoorloofde stoffen stroomopwaarts van het product.
2.9.
Dit product mag niet buiten de ruimte van een gebouw worden geplaatst.
2.10.
Dit product buiten bereik van kinderen houden.
2.11.
Kinderen of mensen die geacht worden de risico's van dit product niet te kennen, mogen dit product niet zonder
toezicht gebruiken.
2.12.
Dit product moet in een vorstvrije ruimte worden geplaatst waar niet-bevoegde personen geen toegang toe hebben.
2.13.
Specifieke installaties stroomopwaarts van dit product kunnen oorzaak zijn van schade aan onderhavig product.
2.14.
Het niet naleven van de richtlijnen rond hygiëne, schade als gevolg van schokken, een slechte elektrische aansluiting,
overstromingen, brand, etc. tasten de werking van het product aan.
2.15.
Het gebruik van niet originele wisselstukken kan oorzaak zijn van de niet-werking van het product. Bij problemen met
het product mag enkel een door de fabrikant erkend technicus de nodige reparatiewerken uitvoeren.
2.16.
De gebruiker moet geregeld het water- en zoutverbruik controleren. Bij een eventueel overmatig verbruik legt de
gebruiker het product stil volgens de in de handleiding beschreven richtlijnen. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor een eventueel overmatig verbruik.
De veiligheidsvoorschriften en richtlijnen uit onderhavige handleiding dekken niet alle omstandigheden en situaties
die zich kunnen voordoen. Uiteraard moet men gezond verstand gebruiken en voorzichtig en zorgvuldig te werk gaan
bij het gebruik van dit product. Aan die criteria moet dus worden voldaan door de persoon of personen die onderha-
vig product gebruiken.
2.17.
Opdat de garantie niet zou vervallen, moet onderhavig product conform het installatieschema door een vakman wor-
den geïnstalleerd.
(zie installatieschema p.10)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vi30 duoVi50Vi50 duo

Inhoudsopgave