Bediening op afstand via Bus
Op het regelingsapparaat van de unit is een seriële poort RS485 aanwezig met MODBUS- of Bacnet
MSTP-protocol. Raadpleeg om gebruik te maken van deze aansluiting het onderstaande
aansluitingsschema en houd rekening met het busaansluitingstype en voorkom sterverbindingen.
U kunt, afhankelijk van de positie van het apparaat in het netwerk, de slave van de RS485-poort
gebruiken, maar alleen als u de regeling van de unit nog niet hebt toegewezen.
Voor het aansluiten van de apparaten die u wilt controleren, kunt u twee afgeschermde draden van
2
0,5 mm
gebruiken. Maak alleen gebruik van de GND-ingang als u communicatieproblemen
ondervindt.
Op de regelaarunit van het apparaat is ook het Bacnet TCP/IP-protocol beschikbaar, via de
ethernetpoort op de IPG315. Op de IPG315 is het nodig om voor het Bacnet TCP/IP-protocol een
USB/ethernet-omzetstuk te gebruiken.
Het seriële adres van het apparaat is beschikbaar in het menu 'System Information'
(Systeeminformatie), onder het submenu met het pictogram
.
Op het in de afbeelding getoonde scherm worden naast het ModBus-adres, het IP-adres van de
regelaar (dat nodig is voor de activering van het online apparaatgegevenslogboek), de softwareversie
en de op het toetsenpaneel geïnstalleerde software weergegeven.
Het wijzigen van de IP- en modbus-adressen van de kaarten dient te worden uitgevoerd door bevoegd
personeel. Indien dit niet gebeurt komt de garantie te vervallen.