Q
Apparaatinstellingen
m ogelijk instellingen:
A p p a r a a t i n s t e l l i n g e n
Signaal
■
uit – zacht – gemiddeld – luid – zeer
luid
Geluidssterkte van de signalen
aanpassen.
Toetssignaal
■
uit – zacht – gemiddeld – luid – zeer
luid
Geluidssterkte van de toetssignalen
aanpassen.
Autom. uitschakelen van het
■
apparaat
na 15 – 30 – 60 min. – nooit
Het apparaat wordt na... min.
automatisch uitgeschakeld (= 0 kWh
energieverbruik); om het in te
schakelen op de hoofdschakelaar -
toets # drukken.
Taal
■
Nederlands
English
...
Aangegeven taal veranderen.
Info trommelreinig.
■
Aan – Uit
Deze opmerking herinnert u er aan
een programma voor de
trommelreiniging uit te voeren.
~ Blz. 53
Voor het wijzigen van de
apparaatinstellingen beide toetsen
Voorkeuren 3 sec. ca. 3 seconden
ingedrukt houden. ~ Blz. 28
Aanwijzingen
De instellingen blijven bewaard na
■
uitschakeling van het apparaat.
Door de toetsen langer ingedrukt te
■
houden, lopen de instellingen
automatisch verder.
Apparaatinstellingen
H
Sensoren
B eladingsautomaat
S e n s o r e n
Afhankelijk van het soort textiel en de
belading past de beladingsautomaat
het waterverbruik en de
programmaduur optimaal aan elk
programma aan.
Onbalans-controlesysteem
Het automatische onbalans-
controlesysteem herkent onbalans en
zorgt door meermaals
aanloopcentrifugeren voor een
gelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Bij een heel ongunstige verdeling van
het wasgoed wordt om
veiligheidsredenen het eindtoerental
verlaagd of niet gecentrifugeerd.
Kleine en grote stukken
Aanwijzing:
wasgoed in de trommel doen.
~ Blz. 42, ~ Blz. 54
Aquasensor
afhankelijk van programma en model
De Aquasensor controleert tijdens het
spoelen de troebelheidsgraad van het
spoelwater (troebelheid wordt
veroorzaakt door vuil en
wasmiddelresten). Afhankelijk van de
troebelheid van het water worden het
aantal en de duur van de spoelbeurten
vastgesteld.
nl
47