3.3. Plaatsen voorraadvat
ä
Let op!
Het voorraadvat zo dicht mogelijk bij de warmtepomp plaatsen
in verband met leidingverliezen, leidingweerstand en de lengte
van de pompkabel.
Tip
Laat het voorraadvat op de pallet staan bij het uitvoeren van de
voorbereidende handelingen.
a) Demonteer de plint en de bodemplaat.
Maak de aardedraad los van de plint en bodemplaat.
ä
Let op!
De verschillende aansluitzijden in de volgende afbeeldingen zijn
een voorbeeld en kunnen afwijken van de bestaande situatie.
b) Bepaal de aansluitzijde van het boilerwater van en naar de
warmtepomp
Amber
-
Monteer de kniekoppelingen 22x28 mm met behulp van
de steunhulsen.
De leiding Ø28 moet een minimale binnendiameter hebben
Ø28
voor de benodigde flow. Zie tabel in:
Leidingdiameters op pagina 3.
HP-S
-
Monteer kniekoppelingen 22x22 mm (niet meegeleverd)
met behulp van de steunhulsen.
De leiding Ø22 moet een minimale binnendiameter hebben
Ø22
voor de benodigde flow. Zie tabel in:
Leidingdiameters op pagina 3.
c) Monteer de eindkoppelingen 22mm, met behulp van de
steunhulsen, op de boilerwateraansluitingen aan de andere
zijde van het frame.
d) Bepaal de montagezijde van de warmtepomp; steek de
pompkabel en de sensorkabel door de kabeldoorvoeren.
Verplaats, indien gewenst, de kabeldoorvoeren naar de andere zijde.
e) Bepaal de aansluitzijde van het voorraadvat naar de
koudwaterleiding en warmwaterleiding van de huisinstallatie;
steek de flexibele slangen door de doorvoeren.
De aansluitzijde van de flexibele slangen is bij voorkeur tegenovergesteld van
de boilerwateraansluitingen.
9