Inhoudsopgave
Advertenties
LET OP!
Bij het bovenste en het onderste scharnier bevindt zich tussen het scharnier en het ap-
paraat elk een ring. Plaats deze ring bij het monteren weer in de juiste positie tussen het
scharnier en het apparaat.
Verwissel nu de voet en het scharnier aan de onderkant van het apparaat.
Draai de resp. geperforeerde plaat van de bovenste, middelste en onderste scharnier zodat de boringen in
de geperforeerde plaat samenvallen met de boringen in het apparaat.
Verplaats nu de middelste scharnier naar de tegenoverliggende kant.
Plaats nu de onderste deur op het onderste scharnier door de uitsparing aan de onderkant van de deur op
de pen te zetten.
Plaats nu de geleiderail van het middelste scharnier in de deur.
Draai de schroeven nog niet helemaal vast om de deur nog te kunnen uitlijnen. Pas wanneer de deur gelijk-
matig kan worden gesloten, mogen de schroeven vast worden aangedraaid.
Plaats de bovenste deur op het middelste scharnier.
Bevestig het middelste scharnier ook met de bevestigingsschroeven.
Draai de schroeven nog niet helemaal vast om de deur nog te kunnen uitlijnen. Pas wanneer de deur gelijk-
matig kan worden gesloten, mogen de schroeven vast worden aangedraaid.
Plaats de afdekking terug en bevestig de afdekking met de beide schroeven op de koelkast en aan de onder-
kant van het apparaat.
Sluit de gaten op de koelkast en in de deuren met de blinddoppen.
7.2. Aanbrengen van de afstandshouder
Draai de koelkast zo, dat u aan de achterkant kunt komen.
Schroef de meegeleverde afstandshouder in de bijbehorende voorziening om vol-
doende ventilatie te waarborgen.
7.3. Verwijderen en plaatsen van de glazen schappen
Om een glazen schap te kunnen verwijderen, moet de deur volledig worden geo-
pend.
Til het schap met beide handen op en verwijder het schap uit de koelruimte.
Volg de onderstaande stappen voor de montage van het schap:
Schap in de achterste uitsparingen in de wand van de koelruimte plaatsen.
8. Bediening van het apparaat
8.1. Temperatuurregeling
De instelling van de thermostaat zorgt voor een automatische temperatuurregeling in de koel- en de vriesruimte.
De thermostaat kan op 8 standen worden ingesteld:
"0"
Het apparaat is uitgeschakeld
"1"
Het laagste koelvermogen (het warmst)
"2" - "5"
Tussenstanden
"7"
Het hoogste koelvermogen (het koudst)
OPMERKING!
De koel- en de vriesruimte niet vullen voordat het apparaat is afgekoeld.
Vóór het inleggen van verse levensmiddelen de thermostaat in de stand "7" zetten. Na 3 uur in de middelste stand zet-
ten.
8.1.1. Omgevingsschakelaar
Bij lage omgevingstemperaturen vanaf ca. 15 °C kan het in het vriesvak te warm worden omdat de koelcompressor
door de lage omgevingstemperatuur minder vaak wordt ingeschakeld.
Hierdoor kunnen de bevroren levensmiddelen (deels) ontdooid raken. Om het stijgen van de temperatuur in het vries-
vak bij lage buitentemperatuur te voorkomen, is het apparaat uitgerust met een omgevingsschakelaar.
Omgevingstemperatuur lager dan 15 °C
Wanneer bij een omgevingstemperatuur lager dan 15 °C en een ingestelde tussenpositie van 3-4 de binnentempe-
ratuur van -18 °C in het vriesvak wordt overschreden, kunt u de omgevingsschakelaar in de koelruimte op de positie
"ON" zetten.
10 van 16
Advertenties
Inhoudsopgave
