Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Termen Gebruikt In Maaihoogtetabel - Toro Reelmaster 6000-D Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Reelmaster 6000-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

Termen gebruikt in
maaihoogtetabel
Maaihoogte-instelling
De gewenste maaihoogte.
Basisinstelling van maaihoogte
De hoogte waarop de bovenrand van de snijbalk is ingesteld
boven een gelijk oppervlak dat de onderkant van zowel de
voor- als de achterrol raakt.
Effectieve maaihoogte
Dit is de werkelijke hoogte waarop het gras is gemaaid.
Voor een bepaalde basisinstelling van de maaihoogte zal de
effectieve maaihoogte variëren afhankelijk van het type gras,
het seizoen en de toestand van de grond. De instelling van
de maaieenheid (agressiviteit van maaien, rollen, snijbalken,
gemonteerde werktuigen, gazoncompensatie-instellingen
enz.) heeft ook een invloed op de effectieve maaihoogte.
Controleer regelmatig de effectieve maaihoogte met de Turf
Evaluator, model 04399, om de gewenste basisinstelling van
de maaihoogte te bepalen.
Agressiviteit van maaistand
De agressiviteit van de maaistand van het maaidek heeft
een duidelijke invloed op de prestaties van het maaidek.
De agressiviteit van de maaistand slaat op de hoek van de
snijplaat ten opzichte van de grond
De beste instelling van het maaidek hangt af van de
gazonomstandigheden en de gewenste resultaten. Ervaring
met het maaien van uw gazon bepaalt de beste instellingen.
De agressiviteit van de maaistand kan tijdens het maaiseizoen
aangepast worden aan de conditie van het gras.
In het algemeen is een laag tot normaal agressieve instelling
beter geschikt voor grassoorten voor het warme seizoen
(bermuda-, paspalum-, zoysiagras), terwijl voor grassoorten
voor het koele seizoen (bentgras, blue grass, ryegras) een
normaal tot hoog agressieve instelling vereist is. Bij een hoog
agressieve instelling wordt meer gras gemaaid doordat de
ronddraaiende messenkooi meer gras in de snijplaat trekt.
(Figuur
21).
1. Afstandsstukken, achter
2. Montageflens van zijplaat
Afstandsstukken, achter
Het aantal afstandsstukken achter bepaalt de agressiviteit
van de maaistand van het maaidek. Bij een bepaalde
maaihoogte verhoogt de plaatsing van extra afstandsstukken
onder de montageflens op de zijplaat de agressiviteit van
het maaidek. U dient de maaistand van alle maaidekken
op een bepaalde machine dezelfde agressiviteit te geven
(aantal afstandsstukken achter, onderdeelnr. 119–0626), want
als dit niet het geval is, kan dit een negatief effect op het
maairesultaat hebben
(Figuur
Gazoncompensatie-instellingen
De gazoncompensatieveer zorgt ervoor dat het gewicht van
de voorste naar de achterste roller wordt verplaatst. (Dit
voorkomt dat er een golfpatroon in de grasmat ontstaat, ook
wel bekend als 'bobbing'.)
Groomer
Dit is de aanbevolen maaihoogte als een groomer op het
maaidek is gemonteerd.
Belangrijk: Stel de veer af als het maaidek is
gemonteerd aan de tractie-eenheid, recht naar voren
wijst en is neergelaten op de vloer van de werkplaats.
1. Monteer de borgpen in de achterste opening in de
veerstang
(Figuur
14
Figuur 21
3. Agressiviteit van
maaistand
21).
22).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0369803699Reelmaster 6000-d series

Inhoudsopgave