2.2 Verantwoordelijkheid van de exploitant
O8305-NL 2023-08
Het toestel is bedoeld voor de industriële sector. De exploitant is
daarom onderworpen aan de wettelijke plichten i.v.m. de veiligheid
op het werk.
Naast de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding moeten de
voor het toepassingsgebied van het toestel geldige voorschriften
aangaande veiligheid, ongevallenpreventie en milieu in acht
worden genomen. Daarbij geldt in het bijzonder:
◼
De exploitant moet zich over de geldende wettelijke
maatregelen ter bescherming van de werknemer informeren en
in een aansprakelijkheidsbeoordeling bijkomend gevaren
bepalen die ontstaan door de bijzondere
arbeidsomstandigheden op de plaats waar het toestel wordt
gebruikt. Die moet hij in de vorm van gebruiksaanwijzingen voor
de werking van het toestel omzetten.
◼
De exploitant moet gedurende de volledige tijd waarin het
toestel wordt gebruikt, controleren of de door hem opgestelde
gebruiksaanwijzingen aan de actuele stand van de reglementen
voldoen en ze, indien nodig, aanpassen.
◼
De exploitant moet de bevoegdheden voor de installatie, de
bediening, het onderhoud en de reiniging duidelijk regelen en
vastleggen.
◼
De exploitant moet ervoor zorgen dat alle medewerkers die met
het toestel omgaan, deze handleiding hebben gelezen en
begrepen.
Bovendien moet hij het personeel regelmatig opleiden en over
de gevaren informeren.
◼
De exploitant moet voor het personeel de vereiste
veiligheidsuitrusting ter beschikking stellen.
Voorts is de exploitant ervoor verantwoordelijk dat het toestel
steeds technisch correct werkt; daarom geldt het volgende:
◼
De exploitant moet ervoor zorgen dat de in deze handleiding
beschreven onderhoudsintervallen worden gerespecteerd.
◼
De exploitant moet regelmatig controleren of alle
veiligheidsinrichtingen correct werken en volledig zijn.
HB-CL2 Reinigingstoestel
Veiligheid
13