9 Storingen in comfort
Ga als de F130 niet samen met het binnendeel is geïn-
stalleerd, direct naar Problemen oplossen.
In de meeste gevallen merkt de warmtepomp bedrijfs-
storingen op (bedrijfsstoringen kunnen leiden tot ver-
storingen van het warmtapwatercomfort) en geeft dit
aan met alarmmeldingen op het display.
Infomenu
Alle meetwaarden van de warmtepomp zijn samenge-
bracht onder menu 3.1 in het menusysteem van de
warmtepomp. Vaak vindt u de oorzaak van de storing
een stuk eenvoudiger door even naar de waarden in
dit menu te kijken.
Alarm beheren
alarm 291
laadpomp
alarm resetten
nee
In geval van een alarm is er een storing opgetreden,
die wordt aangegeven door een alarmsymbool op het
display.
Alarm
In geval van een alarm is er een storing opgetreden,
die de F130 niet zelf kan verhelpen. Op het display ziet
u wat voor soort alarm het is en kunt u het alarm reset-
ten.
alarm resetten Meestal is het voldoende om "alarm
resetten" te selecteren om het probleem dat het alarm
heeft veroorzaakt, te herstellen. Als de oorzaak van het
alarm blijft bestaan, verschijnt het alarm opnieuw. Als
het alarm verdwijnt en terugkeert, zie dan het hoofd-
stuk over het oplossen van problemen (pagina 31).
Alarmlijst
Sensoralarm, bijvoorbeeld BT6/BT13/BT77:
De sensor is defect of heeft geen contact meer met de
accessoirekaart. Het alarm herstelt zich automatisch
na de juiste aansluiting.
Controleer de aansluiting van de sensor op de basis-
■
kaart en of er geen kortsluiting is opgetreden in de
kabel.
Indien het bovenstaande niet de oorzaak van het
■
defect is, vervang dan de sensor.
NIBE™ F130
ja
Communicatiealarm display
Het display heeft geen contact meer met de basiskaart.
Controleer de aansluiting tussen de F130 en de ba-
■
siskaart en of er geen kortsluiting is opgetreden in
de kabel.
Problemen oplossen
Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op
het display, kunt u de volgende adviezen opvolgen.
Basishandelingen
Start met een controle van de volgende mogelijke
storingsbronnen:
Dat het binnendeel of de voedingskabel naar de F130
■
wordt aangesloten.
■
Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.
De aardlekschakelaar van de woning.
■
Lage warmtapwatertemperatuur of gebrek
aan warmtapwater
■
Groot warmtapwaterverbruik.
Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U
■
kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit
(tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1.
■
Te lage warmtapwaterinstelling.
Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-
■
modus.
Geringe of geen ventilatie (afvoerluchtinstallatie)
■
■
Zie de sectie "Geringe of geen ventilatie".
Filter (HQ12) verstopt (installatie met omgevings-
■
lucht)
Reinig of vervang het filter.
■
■
Thermostaatinstelling te laag (BT35)
Zet de thermostaat op max.
■
Geringe of geen ventilatie (ventilatieluchtin-
stallatie)
De ventilatie is niet ingeregeld.
■
Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■
Filter (HQ12) verstopt.
■
Reinig of vervang het filter.
■
Afvoerluchtapparaat geblokkeerd of te veel ge-
■
smoord.
Controleer en reinig de afvoerluchtinstallaties.
■
Ventilatorsnelheid in verminderde modus.
■
Open menu 1 en selecteer "normaal".
■
Hoge of ontregelde ventilatie (uitlaatlucht-
installatie)
De ventilatie is niet ingeregeld.
■
Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■
Ventilatorsnelheid in gedwongen modus.
■
Open menu 1 en selecteer "normaal".
■
Filter (HQ12) verstopt.
■
Reinig of vervang het filter.
■
Hoofdstuk 9 |
Storingen in comfort
31