Inhoudsopgave
Advertenties
Nederlands
!
Let op:
De aansluitdraden van de LED mogen niet gekruist worden om
kortsluiting te voorkomen.
!
Let op:
Zorg er bij het solderen voor dat de achterwand van de wagen niet
wordt verhit. Kunststofdelen kunnen vervormen.
!
Let op:
Iedere LED moet via een eigen voorschakelprint op de spanning worden
aangeloten.
Aansluiten van de spanningsbron
Verbind als laatste de aansluitdraden van de voorschakelprint met de
spanningsbron. Bij het aansluiten op een wisselspanning is de polariteit
van de aansluitingen niet van belang. De LED licht op onafhankelijk van
de rijrichting.
Aansluiten op een gelijkspanning
Wanneer u het sluitlicht op een gelijkspanning aansluit moet u op de
polariteit letten. Let op dat afhankelijk van de inbouwrichting van de
voorschakelprint de soldeernippel X1 of X2 met de „+" verbonden moet
worden.
De LED licht alleen bij vooruitrijden op. Wanneer deze ook bij
achteruitrijden moet oplichten moet u een gelijkrichter voorschakelen
(zie fig. 3).
Aansluiten op een loc- of functiedecoder
Verbind de aansluiting "-" met de uitgang van de decoder waarmee u
de sluitverlichting wilt schakelen. De aansluiting "+" verbindt u met de
retourleiding van de betreffende functie-uitgang resp. met de
retourleiding van alle functies. Het is ook mogelijk de aansluiting "+"
met de huismassa van de wagen te verbinden. Let op dat u afhankelijk
van de inbouwrichting van de voorschakelprint de soldeernippel X1 of
X2 met de "+" moet verbinden.
Pagina 42
ZSB-1
Advertenties
Inhoudsopgave
