4.2.
Het kiezen van de juiste montageplaats is van cruciaal belang voor een optimale
prestatie.
Er moet aandacht worden besteed aan een aantal criteria tijdens de installatie :
Diepte onderwater
•
Het apparaat wordt geleverd met een profiel van onderdompeling aluminium 610 mm
(24 inch) of 970 mm (38 inch). Voorgeschreven diepte tussen het oppervlak en de as
van de helix is 300 mm (12 inches). Hoe dieper het apparaat is gemonteerd en hoe
verder de propeller zich van het kielwater bevindt, hoe beter het is. Echter, hoe langer
de stang is, hoe meer druk op de montage zal komen te staan. Bovendien zal het
apparaat moeilijker omhoog te klappen zijn.
Wij zijn van mening dat de lengte van 970 mm een goed compromis is dat in de
meeste gevallen geschikt is voor een zeilschip met één romp.
De korte mast van 610 mm is aangepast voor trimarans en catamarans niet overhellen
of voor grote zeilschepen met één romp waarbij aan beide zijden een apparaat is
gemonteerd.
Kwaliteit van de stroming:
•
De kwaliteit van de stroming is essentieel voor een goede werking.
OPMERKING : Plaats het apparaat niet in de directe nabijheid van een
aanhangsel of een zeiljacht dat zich te dichtbij bevindt.
LET OP : plaats het apparaat niet in de nabijheid van het kielwater.
Voorbeeld van installatie met lange mast (970 mm) :
•
Fig. 3 : Toepassing op een Figaro II met een overhelling van 10m bij 20° (CFD door
De lengte van 970 mm is voldoende om zich bij overhelling diep genoeg in het water te
Positionering aan het hek
CRAIN)
bevinden
.
147