Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Diagnose En Storingen Oplossen; Optimaliseren Van De Materiaalstroom; Verschil Tussen Gemeten Vochtwaarde En Laboratoriumwaarde Te Groot Door Initiële Inbedrijfname - Endress+Hauser Solitrend MMP41 Handleiding Voor Inbedrijfstelling

Verberg thumbnails Zie ook voor Solitrend MMP41:
Inhoudsopgave

Advertenties

Diagnose en storingen oplossen

26
9
Diagnose en storingen oplossen
9.1

Optimaliseren van de materiaalstroom

Voor nauwkeurige meetresultaten, moeten bepaalde grenzen worden aangehouden voor
wat betreft de installatie en omgevingscondities en de betreffende dichtheid van het te
meten materiaal. Verder moet een voldoende dikke laat de sensor bedekken.
Als de materiaaldoorstroming te snel is, kan het materiaalniveau boven het oppervlak van
de sensor ook te laag zijn. Een hopperglijgoot met geleideplaten kan het materiaalniveau
boven de sensorkop concentreren en vergroten. In het ideale geval, met name bij nat zand,
hebben de geleideplaten een PTFE-bekleding zodat het materiaal daar niet aan kan blijven
kleven. Voor de sensor is een materiaallaag nodig van tenminste 45 mm. Er zijn
installaties waar de hoeveelheid materiaal te klein is of te verspreid om een voldoende
materiaalstroom over de sensor te waarborgen. In dergelijke gevallen kan het nodig zijn de
materiaalstroom te "concentreren" zodat het materiaal tijdens het stromen boven de sensor
wordt opgehoopt. Het diagram hieronder geeft een voorbeeld van een mogelijke eenheid
waarbij het materiaal wordt geconcentreerd aan de zijde van de sensor en boven de sensor.
 17
Voorbeeld "concentratie van materiaal"
Het is in geval van een niet homogene materiaalstroom bovendien mogelijk de
filterfuncties te gebruiken met boven- en ondergrenswaarden, welke zijn
geïmplementeerd in de sensor om "verkeerde" meetwaarden uit te filteren.
9.2
Verschil tussen gemeten vochtwaarde en
laboratoriumwaarde te groot door initiële
inbedrijfname
De sensor is over het algemeen voorgekalibreerd met Cal14 (lucht/water 0 tot 100 %) bij
uitlevering. In geval van zand- en grindapplicaties, is de sensor voorgekalibreerd bij
uitlevering (indien de applicatie vooraf bekend is en is gespecificeerd) met de Cal1
kalibratiecurve (universele kalibratiecurve voor zand/grind).
Tijdens de eerste inbedrijfname, moet de gemeten vochtwaarde overeenkomen met
de laboratoriumwaarde, welke via een ander methode is bepaald met een
nauwkeurigheid van tenminste +/-1 %.
Solitrend MMP41
A0037430
Endress+Hauser

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave