Alarmindicator (13)
Licht op wanneer overspanning, overstroom of elektrische oververhitting
(door overschrijding van de inschakelduur) wordt gedetecteerd en de
beveiliging wordt geactiveerd. Wanneer de bescherming is geactiveerd,
wordt de lasstroom uitgeschakeld totdat het veiligheidssysteem detecteert
dat de overbelasting voldoende is verminderd en het indicatielampje uitgaat.
Het wordt ook geactiveerd als de machine een interne stroomstoring
ondervindt.
MMA-parameterinstellingen:
Hot Start-indicator (11)
Hot start zorgt voor extra vermogen wanneer de boog wordt gestart tussen
de elektrode en het werkstuk. Instelbereik (0-10).
Arc force indicator (12)
Een MMA-lasstroombron is ontworpen om een constante uitgangsstroom
(CC) te produceren. Dit betekent met verschillende soorten elektrode en
booglengte; de lasspanning varieert om de stroom constant te houden. Dit
kan in sommige lasomstandigheden instabiliteit veroorzaken, aangezien
MMA-laselektroden een minimale spanning nodig hebben voor een stabiel
boog.
Arc Force-regeling verhoogt het lasvermogen als het merkt dat de
lasspanning te laag wordt. Hoe hoger de Arc force instelling, hoe hoger de
minimale spanning die de stroombron toestaat. Door dit effect zal ook de
lasstroom toenemen. 0 is Arc Force uit, 10 is maximale Arc Force Dit is handig
voor elektrodetypes die een hogere bedrijfsspanningsvereiste hebben of
verbindingstypes die een korte booglengte nodig hebben, zoals in positie
lassen.
TIG-boogstart- en triggermodus
Lasmodus selecteren (1)
Bij het TIG-lasproces zal contact van het wolfraam van de toorts met het
werkstuk vervuiling van het wolfraam en het werkstuk veroorzaken, wat de
laskwaliteit nadelig zal beïnvloeden, vooral wanneer het wolfraam elektrisch
wordt bekrachtigd.
HF-ontsteking (hoge frequentie) stuurt een puls van hoge energie-elektriciteit
door het toortssysteem dat in staat is om tussen het wolfraam en het
17