VEILIGHEIDSINFORMATIE
Wees een verantwoordelijke eigenaar
Als eigenaar van de machine bent u
verantwoordelijk voor de veilige en juiste
1
bediening ervan.
Scooters zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke bes-
tuurder moet bekend zijn met de volgende
vereisten alvorens met deze scooter te
gaan rijden.
Hij of zij moet:
G
Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van scooterrijden.
G
Zich houden aan de waarschuwin-
gen en onderhoudseisen zoals ver-
meld in deze Gebruikershandleiding.
G
Grondig getraind zijn in veilige en
correcte rijtechnieken.
G
Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangege-
ven in deze Gebruikershandleiding
en/of wanneer de mechanische con-
dities dit vereisen.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de
machine in veilige staat verkeert. Onvol-
doende inspectie of onderhoud van de
DAUT1012
machine vergroot het risico op ongeval of
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden.
G
Deze scooter is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
OPMERKING
Hoewel deze scooter is gebouwd voor het
vervoeren van de bestuurder en een pas-
sagier, dient u altijd de lokale wet- en
regelgeving na te leven.
G
Het niet opmerken en herkennen van
scooters door andere weggebruikers
vormt de belangrijkste oorzaak van
auto-/scooterongevallen. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de scooter niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het
naderen en passeren van kruisin-
gen, daar doen ongelukken met
scooters zich namelijk het meest
voor.
G
G
1-1
• Ga daar rijden waar andere weg-
gebruikers u kunnen zien. Ga niet
rijden in de dode zichthoek van
een andere weggebruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Vaak waren
bij een ongeval betrokken bestuur-
ders zelfs niet in het bezit van een
geldig rijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te
rijden en leen uw scooter alleen uit
aan ervaren scooterrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
• We raden aan om het scooterrij-
den te oefenen op plekken waar
geen verkeer is, totdat u grondig
bekend bent met de scooter en
zijn bediening.
Ongelukken worden vaak veroorza-
akt door een fout van de scooterbes-
tuurder. Veel bestuurders houden bij
het ingaan van een bocht een te
hoge rijsnelheid aan of gaan onvol-
doende schuinliggen voor de rijsnel-
heid, waardoor ze wijd uit de bocht
komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid
in acht en rijd nooit sneller dan de