WAARSCHUWING
Het weefsel van de
bovenlichaamgordel
moet niet gedraaid
worden gedragen op
een manier waarop
het contactgebied
van de gordel met
de inzittende wordt
gereduceerd. Het
verankeringspunt
van de
bovenlichaamgordel
moet boven en
achter de bovenkant
van de schouders
van de inzittende van
de rolstoel worden
verankerd om ervoor te zorgen dat de inzittende
goed is vastgezet tijdens transport. Zowel de
bekken- als de bovenlichaambevestigingen moeten
zo nauwsluitend als mogelijk worden afgesteld
volgens comfort voor de gebruiker.
Zie afbeelding 7.
WAARSCHUWING
De gesp van
gordelbevestigings
systemen moet zich
niet in de buurt van
rolstoelcomponenten
bevinden die in
contact kunnen
komen met de
vrijgaveknop van
de gesp in het geval
van een ongeluk
of botsing van
het voertuig. Als
uw rolstoel is uitgerust met een bekkengordel
waarvoor een crashtest is uitgevoerd en die is
verankerd met het frame van de rolstoel, moet
u het bevestigingssysteem afronden door het
bevestigen van het onderste uiteinde van de
WTORS-bovenlichaamgordel door te verwijzen
naar de instructie van de WTORS-fabrikant. Op
de rolstoel verankerde bekkengordels waarvoor
een crashtest is uitgevoerd, worden gelabeld
overeenkomstig de ANSI/RESNA WC/Vol 4, Deel
19/ISO 7176-19-normen. Zie afbeelding 8, 9.
Afbeelding 9. In rolstoel verankerde gordelbevestiging
Afbeelding 7.
Plaatsing bovenlichaamgordel
BEVESTIGINGSBEUGEL
RIEM
Afbeelding 8.
Gordelbevestigingsanker rolstoel
Gebruikers
handleiding
VERPLICHT
Een in het voertuig verankerd
gordelbevestigingssysteem conform ANSI/RESNA
WC/Vol 4, Deel 19/ISO 7176-19 moet worden
gebruikt als de inzittende van de rolstoel ervoor
kiest om geen gebruik te maken van een door de
fabrikant geïnstalleerd op de rolstoel verankerd
gordelbevestigingssysteem.
WAARSCHUWING
Hoewel houdingssteunen en gordels kunnen worden
gebruikt in een bewegend voertuig naast het
gordelbevestigingssysteem voor inzittenden, moet
men hierop niet vertrouwen voor het vervangen van
bevestigingen voor inzittenden die zijn ontworpen
en getest voor dit doeleinde, en deze moeten
de juiste plaatsing van gordelbevestigingen niet
belemmeren.
9.
VASTZETPAKKET VOOR
TRANSPORT
De volgende componenten van het vastzetpakket voor
transport moeten conform ANSI/RESNA WC/Vol. 1,
Deel 18 (voorheen SAE J2249) zijn en moeten worden
geïnstalleerd overeenkomstig de instructies van de
fabrikant.
• Systeem voor rolstoelbevestiging en bevestiging van
inzittende (Wheelchair Tie-down and Occupant Restraint
System - WTORS)
• 4-punts-rolstoelbevestigingssysteem met een
geïntegreerde 3-puntsbevestiging voor inzittenden
• Bevestigingseindstukken
• WTORS-vastzetpunten
• Vastzetpunten bevestiging van inzittenden
NB: Voor een kopie van ANSI/RESNA WC/Vol. 1, Deel 18
en/of 19, gaat u naar http://www.ansi.org.
NB: Voor een kopie van ISO 7176-19 gaat u naar http://
www.iso.org.
10.
BELANGRIJKE PUNTEN
OM AAN TE DENKEN
VERPLICHT
Lees en volg alle instructies van de fabrikant,
inclusief de producthandleiding.
VERPLICHT
Elk WTORS of rolstoel die is betrokken bij een
voertuigbotsing, moet worden vervangen.
WAARSCHUWING
De rugleuning van de rolstoel moet worden
geplaatst op een hoek van niet meer dan 20 graden
ten opzichte van het verticale vlak. Als een grotere
rughoek vereist is, moeten de verankeringspunten
van de bovenlichaamgordel naar achteren worden
verplaatst langs de zijwand van het voertuig om
ervoor te zorgen dat de gordel contact houdt met
de schouder en borst van de inzittende van de
rolstoel.
29