Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Overplaatsen; Aankleden; Reiken/Leunen/Buigen; Achteruit Bewegen - Motion Composites APEX Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8.2.3

Overplaatsen

Draai de voorste zwenkwielen naar voren
om de stabiliteit te verbeteren.
Plaats de rolstoel zo dicht mogelijk
bij uw overplaatslocatie. Activeer de
wielvergrendelingen. Plaats uzelf zo ver
mogelijk naar achteren bij het verplaatsen
van gewicht om het risico op voorover
kantelen te reduceren. Als u een goede kracht, evenwicht en
flexibiliteit in het bovenlichaam hebt, kunt u overplaatsingen
wellicht onafhankelijk uitvoeren.
Draai of verwijder de voetensteunen, indien dat mogelijk is, om
te vermijden dat hier gewicht op wordt gezet. Maak indien
mogelijk gebruik van een overplaatsingsplaat.
Vraag altijd een zorgverlener om veilige
overplaatsingsmethoden te instrueren.
WAARSCHUWING
De gebruiker moet de overplaatsingsafstand om
veiligheidsredenen altijd tot een minimum reduceren.
Ga NIET in de rolstoel zitten en verplaats hier NIET naartoe
tenzij het volledig is geopend en de stoelframerails volledig zijn
geplaatst in de ontvangers.
Gebruik de voetplaat NIET als platform bij verplaatsing in of uit
de rolstoel of om naar een object te reiken.
8.2.4

Aankleden

Bij het aankleden of uitkleden op de rolstoel, moet u de voorste
zwenkwielen naar voren draaien en de antikantelsteunen
vergrendelen in de laagste stand. Als uw rolstoel niet is
uitgerust met antikantelsteunen, moet u het tegen een muur
steunen en de achterwielen vergrendelen.
8.2.5

Reiken/leunen/buigen

WAARSCHUWING
Het evenwichtspunt kan verschuiven wanneer u kleren
aantrekt en/of reikt naar objecten terwijl u in de rolstoel zit.
Gebruik, als dit mogelijk is, een
reikinstrument of vraag om hulp bij het
reiken naar objecten.
Beweeg de rolstoel zo dicht mogelijk naar
het vereiste object. Draai de zwenkwielen
zo ver mogelijk naar voren vanaf de
achterwielen.
Reik nooit naar objecten tussen uw benen,
maar plaats uzelf in plaats daarvan naast
deze objecten. Verschuif uw gewicht NIET
zijdelings, maar kom in plaats daarvan
omhoog van de stoel of beweeg naar voren
in de stoel. Gebruik altijd beide handen
en pak het tegenovergestelde wiel of
armleuning vast als u in staat bent om zijdelings te reiken. Reik
nooit naar de achterkant van de rolstoel tenzij het is uitgerust
met antikantelsteunen.
Reik nooit naar objecten over de rugleuning: reik zo ver als uw
arm op natuurlijke wijze komt zonder op de stoel te bewegen.
Vergrendel de achterwielen NIET als u naar achteren reikt.
Vermijd het aanbrengen van druk op de voetensteunen.
8.2.6

Achteruit bewegen

Vergrendel de antikantelsteunen in de laagste stand. Beweeg
langzaam: de rolstoel is ontworpen om u meer stabiliteit te
geven bij vooruit bewegen. Kijk zo vaak mogelijk om u heen om
obstakels op uw pad te vermijden.
Als u deze waarschuwingen negeert of uw rolstoel niet als aange-
10
geven in de handleiding inspecteert of onderhoudt, kunt u vallen,
omkantelen of de controle over de rolstoel kwijtraken en uzelf en
anderen ernstig verwonden of de rolstoel beschadigen.
8.2.7
Hellingen, taluds & zijhellingen
Hellingen met een lengte van 3 meter of meer
Als u een helling of verticale stijging van 3
meter of meer moet passeren, mag de hoek
van de helling niet groter zijn dan 5,7 graden,
wat overeenkomt met een helling van 10%,
met een stijging van 1 meter over een afstand
van 10 meter
Zorg ervoor dat u wordt geholpen door een zorgverlener met
het fysieke vermogen om de rolstoel en de gebruiker tegen te
houden. De rolstoel moet altijd de helling op zijn gericht.
De zorgverlener moet altijd aan de onderkant
van de helling blijven staan om de rolstoel
tegen te houden.
Vergrendel de antikantelsteun altijd in de
veilige stand.
Volg dezelfde waarschuwingen voor een helling
of talud van 10% of minder.
Gebruik uw rolstoel niet op een helling van minder dan 3 meter
lang als de hellingshoek groter is dan 10 graden (17,63%).
Hellingen met een lengte van 3 meter of meer
Als u een helling of verticale stijging van 3 meter of meer moet
passeren, mag de hoek van de helling niet groter zijn dan 5,7
graden, wat overeenkomt met een helling van 10%, met een
stijging van 1 meter over een afstand van 10 meter.
Zorg ervoor dat u wordt geholpen door een zorgverlener als u
problemen ondervindt op de helling of als de helling tussen 5,7
en 10 graden is.
Probeer om de helling recht op of af te gaan. Vermijd draaien
op een aflopende helling.
Blijf in het midden van de stoep en zorg ervoor dat er genoeg
ruimte is voor de wielen.
Vermijd stoppen op hellingen en gebruik nooit de
wielvergrendelingen om uzelf af te remmen op een aflopende
helling. Onderhoud uw snelheid door het vasthouden van de
handvelgen.
Rij niet op natte of gladde oppervlakken. Wees voorzichtig voor
veranderingen in hoogte van het terrein of een trap aan het
einde van de helling (voorste zwenkwielen kunnen vergrendelen
door eenvoudigweg raken van een kleine hobbel).
Vraag om hulp wanneer een situatie ontstaat.
Buig uzelf bij het afrijden van een helling om het zwaartepunt
aan te passen.
Gebruik uw rolstoel niet alleen op hellingen of een heuvel met
een lengte van meer dan 3 meter als de hoek van de helling
groter is dan 5,7 graden (10%).
8.2.8

Obstakels

Kijkt altijd naar obstakels of gevaren op de weg (kuilen, kapotte
oppervlakken, enz.). Verwijder obstakels uit uw eigen omgeving
(werk, huis). Gebruik nooit objecten (meubels, oprijplaten en
deurknoppen) om uzelf uit de rolstoel te duwen.
Leun met uw bovenlichaam lichtjes naar voren wanneer u een
obstakel op rijdt. Rij niet achteruit wanneer u van een obstakel
af rijdt. Houd beide handen op de handvelgen wanneer u over
het obstakel passeert.
T 1 866 650-6555
info@motioncomposites.com
F 1 888 966-6555

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Motion Composites APEX

Inhoudsopgave