9 Koppelbare injectoren
Modellen: HZ07701
HZ07702
HZ07703
9.1. Gebruik:
De injectoren van de serie HZ077 zijn ontworpen om aan de drukkant
-
van de hogedrukreiniger tussen het apparaat en de slang resp.
slanghaspel te worden gekoppeld.
Bij gebruik van een stationaire hogedrukleiding wordt de injector
aangesloten tussen de wateraanvoer en de hogedrukslang.
(Afb. rechts: HZ07701/02)
Op de injector bevindt zich de aansluiting voor de chemicaliën met een
-
ingebouwd terugslagventiel. Daarna volgt de aanzuigslang met
aanzuigzeef. Hierdoor kan het medium uit een extern reservoir worden
aangezogen. De stromingsrichting is met pijlen gemarkeerd.
Afhankelijk van het model van de hogedrukreiniger moet de passende injector worden gekozen om het
-
juiste debiet te waarborgen (zie overzicht "Modellen").
De injector dient voor het toevoegen van reinigingsmiddelen aan het water en voor het doorspoelen
-
met water.
Als doseermedium mogen uitsluitend vloeistoffen van de groep 2 uit de richtlijn voor
-
hogedrukapparatuur (DGRL) worden gebruikt.
9.2 Algemene veiligheidsinstructies:
Om veilig gebruik te waarborgen, mag de injector met bypass alleen volgens deze handleiding worden
-
gebruikt.
Bewaar deze handleiding om eventueel later te raadplegen.
-
Neem ook de veiligheidsinstructies voor het schoonmaakmiddel en de hogedrukreiniger in acht.
-
Schoonmaakmiddelen niet mengen.
-
Tijdens de werkzaamheden geschikte veiligheidskleding en handschoenen dragen.
-
Richt de hogedrukstraal nooit op andere personen of levende dieren.
-
Het apparaat mag uitsluitend worden bediend door gekwalificeerd en geschoold personeel zonder
-
fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen. Gekwalificeerd personeel zijn personen die bekend zijn
met de installatie, ingebruikname en buitengebruikstelling, gebruik, onderhoud en reparatie.
9.3 Ingebruikname:
Voor gebruik en voor wisselen van medium moeten alle aansluitingen en de injector zelf met schoon water
worden gespoeld. Neem bij zeer agressieve schoonmaakmiddelen contact op het de fabrikant. Elk ander
gebruik wordt gezien als niet volgens voorschrift.
9.3.1 Injector aansluiten
Het hogedrukapparaat met de hoofdschakelaar uitschakelen.
-
Vervolgens kan de snelkoppeling van het apparaat naar de slang resp. de slanghaspel worden
-
losgemaakt (KEW-snelkoppelsysteem).
Bij gebruik van een stationaire hogedrukleiding wordt de injector aangesloten tussen de wateraanvoer
en de hogedrukslang. De injector wordt in stroomrichting tussen het apparaat en de slang gekoppeld.
De aanzuigslang kan in het reservoir met het medium worden geplaatst
-
f. MBH1260 (sproeiermaat schroeven: 2,1 mm)
f. MBH1800 (sproeiermaat schroeven: 2,3 mm)
f. MBH2400 (sproeiermaat schroeven: 1,9 mm incl. ventiel voor drukbegrenzing)
Pagina 9 van 10