3.6. SIGNALERINGSLEDS
Op de kaart zijn 6 leds aanwezig, die de status van de ingangen
van het klemmenbord aangeven:
L
= contact gesloten
ED AAN
L
= contact open
ED UIT
Tab. 2 - STATUS VAN DE LEDS
E L
D
B
R
A
N
D
T
O
P
E
N
A
C
O
M
M
A
N
D
O
G
E
A
O
P
E
N
B
C
O
M
M
A
N
D
O
G
E
A
T S
O
P
C
O
M
M
A
N
D
O
N
O
N
F
S
W
V
I E
I L
G
H
E
D
E
N
G
E
D
E
A
F
C
C
I E
N
D
S
C
H
A
K
E
L
A
F
C
A
I E
N
D
S
C
H
A
K
E
L
A
A
Nota bene: de conditie van de leds als de poort gesloten en in
ruststand is, zijn vet gedrukt.
4.
PROGRAMMERING
Om de werking van het automatische systeem te programmeren
moeten de microschakelaars aan de hand van het volgende
schema worden ingesteld.
Logica SW1
SW2
SW3
E1
ON
ON
ON
B
OFF
ON
ON
S2
ON
OFF
ON
E2
OFF
OFF
ON
A1
ON
ON
OFF
C
OFF
ON
OFF
S1
ON
OFF
OFF
A2
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
1
2
Werking controlelampje
Status poort
Gesloten Bij Opening/Geopend
SW6
ON
Uit
Permanent licht
Waarschuwingslamp
OFF
(1) De pauzetijden omvatten ook het eventuele voorknipperen.
(2) Het voorknipperen begint 5" voor elke beweging.
!
Na elke ingreep in de programmering moet de RESET-knop
worden ingedrukt.
U
T I
C
T
V I
E
E
R
D
C
O
M
M
A
N
D
O
N
O
N
-
C
T
V I
E
E
R
D
C
O
M
M
A
N
D
O
N
O
N
-
C
O
M
M
A
N
D
O
G
E
A
C
-
A
C
T
E I
F
C
I T
V
E
E
R
D
V
E
I L I
G
H
E
D
E
N
G
E
A
C
A
R
V
I R
I E
N
D
S
C
H
A
K
E
L
A
A
R
I
N
G
E
R
V
R
J I
I E
N
D
S
C
H
A
K
E
L
A
A
R
I
N
G
E
Pauzetijd (sec.) (1)
Logica
A1-A2-S2
S1
5
15
10
30
30
60
120
180
3
4
5 6
7
Voorknipperfunctie
Ja
Wordt gesloten
Nee
Permanent licht
4.1. BEDRIJFSLOGICA'S
De beschikbare bedrijfslogica's zijn:
A1/A2 = "Automatisch"
E1/E2/B = "Halfautomatisch"
Het gedrag van het automatische systeem in de verschillende
logica's wordt aangegeven in de tabellen 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9
- 10.
A
C
T
E I
F
A
C
T
E I
F
4.2. PAUZETIJD
T
V I
E
E
R
D
De pauzetijd is de stilstand bij opening die voorafgaat aan de
T
V I
E
E
R
D
hersluiting, wanneer er een automatische logica geselecteerd
is.
S
C
H
A
K
E
L
D
De pauzetijden omvatten ook het eventuele voorknipperen.
S
C
H
A
K
E
L
D
4.3. WERKING CONTROLELAMPJE
Hiermee kan het gedrag van het controlelampje tijdens sluitingen
worden gedifferentieerd, door intermittentie.
SW4 SW5
ON
ON
4.4 VOORKNIPPERFUNCTIE
OFF
ON
Het is mogelijk een voorknipperfunctie van 5 sec. in te stellen
ON
OFF
voor de waarschuwingslamp, die dan vóór elke beweging
OFF OFF
knippert. Hierdoor wordt iedereen die zich in de buurt van de
poort bevindt gewaarschuwd voor de op handen zijnde
beweging.
5. STORINGSCONDITIES
(2)SW7
De volgende omstandigheden zijn van invloed op de normale
werking van het automatische systeem:
ON
fout van de microprocessor
OFF
ingreep van de elektronische veiligheidstimer (onderbreking
in de werking na een continue werktijd van meer dan 255
sec.)
eindschakelaars afgekoppeld (of beide geactiveerd)
•De condities
systeem opdracht krijgt te stoppen.
•Conditie
activiteit onderdrukt wordt:
•De normale werking wordt pas weer hersteld nadat de
oorzaak van het alarm is opgeheven en de RESET-knop is
ingedrukt (of als de voedingsspanning tijdelijk is onderbroken).
•Om deze conditie te laten signaleren, moet het controlelampje
worden aangesloten: het alarm wordt gesignaleerd door heel
snel knipperen (0,25 sec.).
34
S1/S2 = "Veiligheid"
C = "Dead man"
en
hebben tot gevolg dat het automatische
veroorzaakt een alarmsituatie, waardoor elke