Inspectie en instellingen voor gebruik
1. Klik de vergrendel-handle van het stuur omhoog.
Gebruik een inbussleutel voor het afstellen van het
stuur, exact gelijk met de rij-richting. Als deze goed
afgesteld staat, de bout weer stevig vastdraaien.
2. Terwijl de vergrendel-handle omhoog staat kunt u
het stuur in diverse hoeken en standen verstellen. Dit
kunt u geheel doen op een wijze die u als meest prettig
ervaart (hoek en hoogte). Zodra alles goed is ingesteld,
kunt u de handle weer naar beneden drukken, waarna
het stuur en de scharnierende stuurstang worden
vergrendeld.
Waarschuwing:
Het te hard aandraaien van de bouten kan de
verbinding beschadigen en daarmee de fiets
beschadigen en eveneens de berijder verwonden,
zelfs tijdens het rijden.
9
* Draai de inbusbout los die de
framebuis omklemt waarin
uw zadelpen is aangebracht.
Breng vervolgens het zadel in
de juiste hoogte en in de
goede richting, geheel in lijn
met het frame. Zorg dat het veiligheidsteken dat is
aangebracht op de zadelpen NIET zichtbaar is. Is deze
wel zichtbaar, dan MOET u het zadel lager afstellen,
zodat het symbool niet zichtbaar meer is.
Vervolgens kunt u de inbusbout weer vastdraaien. Volg
de aandraai momenten zoals hiernaast in de tabel
worden weergegeven.
O n d e r d e e l
Stuur
Stuurstang
Zadel
Zadelstang
Voorwiel
Achterwiel
Cranks
Bagagedrager
* Benodigde aandraaikoppels
N . M .
13-14
22-25
22-25
15-18
25-30
42-45
42-45
15-18