Instellingen aanpassen
1 Houd de [INFO(UTILITY)]-toets tenminste 1 seconde
ingedrukt.
Het [UTILITY]-scherm verschijnt.
2 Gebruik de draaiknop om de instelling te wijzigen.
! Wanneer er op de [BACK (TOP)]-toets wordt gedrukt, zal het vorige
scherm weer verschijnen.
3 Druk de draaiknop in.
De gewijzigde instellingen worden opgeslagen.
! Om het [UTILITY]-scherm te sluiten, moet u op de [INFO(UTILITY)]-
toets drukken.
Voorkeurinstellingen maken
Optionele instellingen
WLAN INFO
WLAN SETTING
MIXER MODE
A. CUE LEVEL
SAMPLE LEVEL
CROSS FADER START
TOUCH SENSE LEVEL(DECK1)
TOUCH SENSE LEVEL(DECK2)
BACK UP
AUTO STANDBY
DEMO MODE
VERSION No.
*: Instellingen bij aanschaf
Lijst met WLAN INFORMATION items
Wanneer [MODE] bij [WLAN SETTING] is ingesteld op [OFF], worden alleen [MODE] en [MAC ADDRESS] getoond.
Onderdeel
MODE
SSID
SECURITY
PASSWORD
IP ADDRESS
SUBNET MASK
CONNECTED CLIENTS
MAC ADDRESS
26
Nl
Keuze-onderdelen
—
—
XDJ-R1*/PC
–36 dB/–42 dB/–48 dB/–54 dB/–60 dB*/–66 dB/–72 dB/–78 dB
1 – 50* – 100
ON/OFF*
–4 – 0* – +4
–4 – 0* – +4
SAVE/LOAD
OFF/20 min*/40 min/60 min
ON/OFF*
—
Toont de bedieningsfunctie van de draadloze LAN-functie van dit toestel.
Toont de [SSID] van dit toestel.
Toont het ingestelde beveiligingstype (encryptie/versleuteling).
Toont het huidige wachtwoord.
192.168.2.3 wordt getoond.
255.255.255.0 wordt getoond.
Toont de MAC-adressen van clients die verbonden zijn via WLAN.
Toont het MAC-adres van dit toestel.
Omtrent de automatische
ruststandfunctie
Wanneer de automatische ruststandfunctie is ingeschakeld, wordt het
apparaat na een vooraf ingestelde tijd automatisch in de ruststand gezet
als aan de onderstaande voorwaarden is voldaan.
— Als geen van de bedieningsknoppen of regelaars wordt bediend.
— Dat de kanaalniveau-indicator van dit apparaat niet oplicht.
— Dat de weergavefunctie niet in werking is.
— Dat er geen computer is aangesloten op de USB-aansluiting (Type B)
op het achterpaneel van dit toestel.
— Dat remotebox niet is verbonden met dit toestel.
— Dat de demonstratiestand is uitgeschakeld.
Beschrijving
Zie Lijst met WLAN INFORMATION items hieronder voor details.
Zie Lijst met WLAN SETTING items op bladzijde 27 voor verdere
informatie.
Zie Wijzigen van de [MIXER MODE] op bladzijde 29 voor verdere
informatie.
Stelt het auto-cue niveau in. Nadere aanwijzingen voor het instellen vindt
u onder Wijzigen van het auto-cue niveau op bladzijde 18.
Regelt het volume van de gesamplede geluidsbronnen.
De weergave begint vanaf het cuepunt wanneer de crossfader wordt
verplaatst.
Regelt de gevoeligheid van de [DECK 1]-jog-draaiknop.
Regelt de gevoeligheid van de [DECK 2]-jog-draaiknop.
Laadt de hot-cue informatie voor de disc die is opgeslagen in dit toestel.
Stel de tijd in voordat de ruststand moet ingaan.
Zie Omtrent de automatische ruststandfunctie hierboven voor details.
Zet de demonstratiefunctie aan en uit.
Toont de softwareversie van dit toestel.