! Meeluisteren met het geluid dat wordt weergegeven via de [MASTER
OUT 1] en [MASTER OUT 2]-aansluitingen (het geluid van het mas-
terkanaal) kan niet worden geannuleerd.
Gebruik van een microfoon
1 Druk op de [MIC (ON/OFF)]-toets.
2 Draai de [MIC LEVEL]-instelling met de klok mee.
Het geluid van de microfoon wordt via de luidsprekers weergegeven.
Bijregelen van de geluidskwaliteit
Draai aan de [MIC EQ] instelling.
— Indien helemaal met de klok mee gedraaid, is de verzwakking van
de lage tonen maximaal.
— Indien helemaal tegen de klok in gedraaid, is de verzwakking van
de hoge tonen maximaal.
Gebruik van de AUX-functie
1 Druk op de [AUX (ON/OFF)]-toets.
2 Draai aan de [AUX LEVEL] instelling.
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via de [AUX
IN]-aansluitingen.
Het geluid wordt weergegeven via de
[BOOTH]-aansluiting
Draai aan de [BOOTH MONITOR] instelling.
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden weergegeven via de
[BOOTH]-aansluiting.
Effect-gedeelte
BEAT
TRANS
1
6
NOISE
PITCH
−
COLOR
5
SOUND COLOR FX
LOW
CH1
CRUSH
FILTER
1 BEAT-instelling
Selecteert de beatfractie voor het synchroniseren van het beateffect.
2 BEAT FX (TRANS, FLANGER, ECHO, ROLL) toetsen
Deze zetten de respectievelijke beateffecten aan en uit.
3 LEVEL/DEPTH-instelling
Regelt de kwantitatieve parameter van het beateffect.
4 TAP (AUTO) knop
Schakelt de BPM-meetmethode om.
— AUTO functie: De [TAP (AUTO)] toets gaat uit en de BPM wordt
automatisch gemeten van het ontvangen audiosignaal. De
[AUTO] functie wordt ingesteld wanneer dit apparaat wordt
ingeschakeld.
— TAP functie: De [TAP (AUTO)] toets licht op en de BPM wordt
met de hand ingevoerd door op de [TAP (AUTO)] toets te tikken.
Wanneer de [TAP (AUTO)] toets wordt ingedrukt, wordt de TAP
functie ingesteld.
20
Nl
LEVEL /DEPTH
FLANGER
ECHO
ROLL
BEAT FX
MIN
MAX
2
TAP
6
− AUTO
+9
−
+9
COLOR
HI
LOW
HI
CH2
! Het BPM-meetbereik in de AUTO stand loopt van BPM = 70 –
180. Voor sommige muziekstukken kan de meting van het BPM
niet altijd goed lukken.
! BPM's ingesteld in de TAP-stand gelden alleen voor de BEAT
FX-functie.
5 SOUND COLOR FX (NOISE, PITCH, CRUSH, FILTER)
toetsen
Deze zetten de respectievelijke SOUND COLOR FX aan en uit.
6 COLOR instelling
Dit wijzigt de SOUND COLOR FX parameters van de diverse kanalen.
Gebruik van de beateffectfunctie
Dit apparaat is voorzien van vier effecttoetsen. Effecten kunnen worden
toegepast op het geluid door op één van de effecttoetsen te drukken.
Druk op een van de [BEAT FX (TRANS, FLANGER, ECHO,
ROLL)]-toetsen.
De ingedrukte toets gaat knipperen.
Het effect wordt toegepast in dezelfde beat als het muziekstuk.
De effecten verschillen voor de diverse toetsen. Zie voor nadere bijzon-
derheden over de verschillende effecten de onderstaande tabel.
! Wanneer u nogmaals drukt op een toets die knippert, wordt het
effect uitgeschakeld.
Effectnaam
TRANS
FLANGER
ECHO
3
ROLL
4
Het effect varieren
Draai aan de [LEVEL/DEPTH]-instelling.
Het effect verandert al naar gelang de richting waarin u de
[LEVEL/DEPTH]-instelling draait en hoe ver.
Handmatig invoeren van het aantal BPM
1 Druk op de [TAP (AUTO)] toets.
De [TAP (AUTO)] toets licht op en het toestel schakelt over naar de TAP
functie.
2 Tik minstens 2 keer op [TAP (AUTO)] toets op de
maat van de beat (in kwart noten) van de weergegeven
muziek.
De gemiddelde waarde voor de interval waarmee er met de vinger op de
[TAP (AUTO)]-toets wordt getikt wordt getoond in het automatische lus/
effect-displaygedeelte.
Beschrijving
Snijd het geluid af overeenkom-
stig de beatfractie die is ingesteld
met de [BEAT]-instelling.
Creëert een flangereffect van
één cyclus overeenkomstig de
beatfractie die is ingesteld met de
[BEAT]-instelling.
Produceert een vertraagd geluid
wordt verschillende keren gelei-
delijk verzwakt geproduceerd
wordt overeenkomstig de beat-
fractie die is ingesteld met de
[BEAT]-instelling.
Met 1/1 beat-echo's zullen de
vertraagde geluiden wegster-
ven volgens het tempo van het
muziekstuk, ook nadat het inko-
mend geluid al is afgekapt.
Neemt het binnenkomende geluid
op vanaf het punt waar op de
[ROLL]-toets werd gedrukt en
produceert het opgenomen geluid
herhaaldelijk in overeenstemming
met de beatfractie ingesteld met
de [BEAT]-instelling.
LEVEL/DEPTH
Regelt de balans tussen
het oorspronkelijke geluid
en het effectgeluid.
Hoe verder u de regelknop
naar rechts draait, des te
geprononceerder klinkt
het effect.
Gebruik deze om de balans
te regelen van het oor-
spronkelijke geluid en het
echogeluid.
Regelt de balans tus-
sen het oorspronkelijke
geluid en het rollende
effectgeluid.