Foto-burst
Gebruik deze instelling voor het vastleggen van een reeks foto's met één druk op de sluiterknop.
Uit: Foto-burst is uitgeschakeld. Door op de sluiter te drukken, wordt 1 foto gemaakt.
•
3 opnamen / 1 sec.: Hiermee worden 3 foto's in 1 seconde gemaakt
•
7 opnamen / 2 sec.: Hiermee worden 7 foto's in 2 seconde gemaakt
•
•
15 opnamen / 4 sec.: Hiermee worden 15 foto's in 4 seconden gemaakt
•
30 opnamen / 8 sec.: Hiermee worden 30 foto's in 8 seconden gemaakt
ISO
ISO stelt af hoe gevoelig de beeldsensor is voor licht. Selecteer uit Automatisch, 100, 200, 400 of
800. Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger de camera is voor licht. Een hogere ISO is nuttig
bij het maken van foto's bij weinig licht, maar leidt tot een korreliger, minder scherp beeld. Hoe
lager de ISO-waarde, des te minder gevoelig de camera is voor licht. Een lagere ISO-waarde is
nuttig voor opnemen bij helderder lichten zorgt voor de scherpste beeldkwaliteit. Door het
selecteren van AUTO ISO wordt automatisch de optimale instelling geselecteerd.
Meting
Hiermee wordt het gebied binnen het beeldframe ingesteld dat de camera gebruikt voor het
aanpassen van foto- en videobelichting.
Multi: Het gehele gebied van het beeldframe wordt gemeten voor het aanpassen van de
•
belichting. Aanbevolen instelling.
•
Midden: Het beeldframe wordt gemeten voor het aanpassen van de belichting, maar er
wordt meer gewicht gegeven aan het onderwerpgebied in het midden.
Spot: Alleen het midden van het scherm wordt gemeten voor het aanpassen van de
•
belichting. Nuttig voor optimale belichting van heldere objecten die zich in het midden van
het beeldframe bevinden. Aanbevolen bij het gebruik van een externe foto-videolamp.
Foto Tijdsinterval
Maakt een reeks foto's op vooraf ingesteld tijdsinterval van 3 sec., 5 sec., 10 sec., 30 sec. of 1 min.
Druk op de sluiterknop voor het starten / stoppen van vastleggen van foto's met tijdsinterval.
Schakel tijdsintervalfoto UIT om deze functie uit te schakelen.
Gebruik tijdsintervalfoto bij een poging om foto's van onderwerpen vast te leggen die het niet
mogelijk maken om dichtbij te komen. Bijvoorbeeld een paling die zich verbergt in het zand.
Plaats de camera waar u de paling voor het laatst hebt gezien en start de tijdsintervalreeks. Zwem
weg van de camera en wacht een minuut tot de paling weer verschijnt. Nu hebt u een foto
gemaakt van een paling die anders onmogelijk zou zijn wanneer u zich achter de camera zou
bevinden voor het maken van de foto.
19