Instellingen voor professionele
bediening
Wijzigingen in een bestaande voorinstelling opslaan
1. Ga naar de capture-instellingen van de voorinstelling die je wilt
wijzigen.
2. Tik op de instellingen om je nieuwe voorinstelling aan te passen.
3. Blader naar de onderkant van de lijst met instellingen en tik op
.
4. Kies een pictogram en naam voor je voorinstelling.
5. Tik op
om je voorinstelling op te slaan.
PRO-TIP: Mogelijk wil je je voorinstellingen verfijnen nadat je ze hebt
uitgeprobeerd. Tik op
om aanpassingen te maken.
JE VOORINSTELLING VERWIJDEREN
1. Ga naar de instellingen van je voorinstelling.
2. Blader naar de onderkant van de lijst met voorinstellingen en tik op
.
38
Snelkoppelingen voor professionele
bediening
JE SNELKOPPELINGEN OP HET SCHERM AANPASSEN
Met snelkoppelingen op het scherm heb je met één tik toegang tot
de capture-instellingen van je camera. Elke modus heeft zijn eigen
standaardsnelkoppelingen, maar je kunt deze wijzigen in de instellingen
die je het meest gebruikt. Je kunt zelfs verschillende snelkoppelingen
instellen voor elke voorinstelling.
Vanaf het capture-scherm
1. Tik in het capture-scherm op de snelkoppeling die je wilt
verwisselen en houd deze vast.
2. Scrol door alle beschikbare snelkoppelingen aan de rechterkant en
kies de gewenste snelkoppeling.
In het scherm met voorinstellingen
1. Tik op de
naast de voorinstelling die je wilt aanpassen.
2. Scrol omlaag naar de On-Screen Shortcuts (Snelkoppelingen).
3. Tik op de locatie waar je de nieuwe snelkoppeling wilt plaatsen.
4. Scrol door alle beschikbare snelkoppelingen en kies de gewenste
snelkoppeling.
Bijna elke capture- en Protune-instelling is beschikbaar als
snelkoppeling. Zie
Technische specificaties (startpagina 115)
Protune (startpagina
139).
en
39