Bewakingssysteem
De ASSA ABLOY RD3 en ASSA ABLOY RD4 beschikken over een ingebouwd bewakingssysteem.
Als er een fout optreedt, toont het PCD-display een fout- of statuscode. Bij normaal bedrijf toont
het display AAN.
Om de normale werking van de deur te herstellen na een foutcode, drukt u op C op de PCD. Zie on-
derstaande codelijst.
Codelijst
Code
Status
ON
De roterende deur functioneert
normaal
10
Stop
11
Fout elektromechanisch slot
20
Noodstop
21
Respons van de PDR-sensor die
aan de binnenzijde boven de
opening is aangebracht
22
Respons van de PDR-sensor die
aan de buitenzijde boven de
opening is aangebracht
25
Respons van de aanrakingsvrije
sensors op de deurvleugels (de
deur draait langzaam)
26
Respons van de aanrakingsvrije
sensors op de deurvleugels (de
deur stopt)
30
Geblokkeerde deur
31
Brandalarm
32
Stroomstoring
37
Noodopening
C2
Ontsnappingsfout
C3
Break-out
Neem voor alle andere statuscodes contact op met uw ASSA ABLOY Entrance Systems-leverancier.
=
Raadpleeg de laatste pagina voor contactinformatie.
24
Oorzaak
Stootschakelaar geactiveerd
Geen signaal van het elektrome-
chanische slot
Noodstopknop ingedrukt
PDR-sensor binnen geactiveerd
PDR-sensor buiten geactiveerd
De detectiezone van de aanra-
kingsvrije sensors op de deur-
vleugels is geactiveerd.
De detectiezone van de aanra-
kingsvrije sensors op de deur-
vleugels is geactiveerd.
De deurvleugel wordt geblok-
keerd door een obstakel
Indien aangesloten, is het
brandalarmsysteem geacti-
veerd geweest.
Geen netspanning meer
Noodopeningsknop ingedrukt.
Geen stroom naar ontsnap-
pingsmagneet
Ontsnapping ontkoppeld
Versie 2020-10-27
Oplossing
Controleer op obstakels tussen de deurvleugel
en de vloer en tussen de deurvleugel en de
binnenzijde van de kuip. Controleer de
stootschakelaars.
Voer nog een ontgrendeling/vergrendeling
uit. Als dat niet helpt, belt u
ASSA ABLOY Entrance Systems Service.
Ontgrendel de knop door deze in de richting
van de pijlen te draaien en hervat vervolgens
de functie door op C op de PCD te drukken.
Verwijder het obstakel uit de binnenste detec-
tiezone
Verwijder het obstakel uit de detectiezone
aan de buitenzijde.
Verwijder het obstakel uit de detectiezone en
controleer of de sensors schoon en droog zijn.
Verwijder het obstakel uit de detectiezone en
controleer of de sensors schoon en droog zijn.
Controleer op obstakels tussen de deurvleugel
en de vloer en tussen de deurvleugel en de
binnenzijde van de kuip. Druk na de controle
op Cop de PCD.
Controleer het brandalarmsysteem.
Controleer hoofdzekering.
Controleer externe voeding.
Ontgrendel de knop door deze in de richting
van de pijlen te draaien en hervat vervolgens
de functie door opC op de PCD te drukken.
Neem contact op voor service.
Sluit de deurvleugels.
Reset de functie door op C op de PCD te
drukken.
1003090-nl-NL-12.0