Inhoudsopgave
Advertenties
6-3 Registreren van de max. waarde: Registreren met een ingestelde
stroom van 15mA
Stap1: Aanschakelen
(1) Druk ged. min. 1 sec. op "MENU/ENTER" en schakel het toestel
aan.
(2) Laat de toets los wanneer alle indicaties op het scherm verschijnen.
(3) Als het toestel aangeschakeld is, bevindt het zich in meetmodus.
Stap 2: Controle et verandering van ingestelde waarde
(4) Druk op de "MENU/ENTER" toets en stel het toestel in op
menumodus.
(5) Controleer of instelling 1:"SEt.1" wordt weergegeven en druk op
de "MENU/ENTER" toets.
(1) De actuele registratiemodus wordt weergegeven. Controleer of
"_¯ _" op het scherm verschijnt en druk op "RANGE/ ".
(Als "LOG", "dtc" en "CAP" zijn weergegeven, verander dan de
registratiemodus volgens de procedure beschreven in punt 9-2.
Selectie van de registratiemodus:
LOG: Doorlopende registratiemodus
dtc : Registratie van gebeurtenissen
_¯ _ : Registratie van de max. waarde
CAP : Captatieregistratie
(7) De
actuele
ingestelde
weergegeven op het scherm. Bevestig dat deze wordt ingesteld op
15mA en druk op "RANGE/ ".
Bij verandering, de procedure volgen zoals beschreven in punt 9-2.
De stroomwaarde kan ingesteld worden van 0 tot 1000mA) in
stappen van 1mA. Als de eerste stroom gedetecteerd wordt,
start de tweede detectie niet vooraleer de gedetecteerde
waarde daalt tot 50% van de ingestelde waarde of minder 50%.
Stel dus een meer geschikte waarde in dan deze gemeten voor
het begin van de registsratie.
stroomwaarde
op
kanaal
-19-
(8) Controleer/verander de ingestelde stroomwaarde eveneens op
kanaal CH2 en CH3.
(9) Daarna wordt de actuele status van het "1 geheugencyclus-
systeem" weergegeven.
procedure volgen zoals beschreven in punt 9-2.
(10)Door een druk op "RANGE/ " wordt instelling 1 be indigd en
verschijnt het bericht "End". U kan terugkeren naar "Set.1" bij de
eerste instelling door de "MENU/ENTER" of "START/STOP,
CANCEL" toets in te drukken.
Selectie van het "1 geheugencyclus-systeem":
On : De registratie stopt als het geheugen verzadigd is.
Off : Oude gegevens worden overschreven; nieuwe
opgeslagen
(11)U kan naar de initi le meting terugkeren door een druk op
de "START/STOP, CANCEL" toets.
Stap 3. Stroomtangverbinding, Voorbereiding alvorens te meten
(12)Verbind het instrument en de stroomtang zonder ze op iets
aan te sluiten. Let op de polariteit van de connector en verbind
deze stevig met het instrument.
(13)Verbind het te meten object met de stroomtang.
(14)Bij elke druk op de "CH/ " toets kan u weergave van de gemeten
waarde van kanaal CH1 tot 3 bekijken. Bevestig dat de
stroomtang verbonden is met het instrument. Is de stroomtang
niet verbonden, dan verschijnt het bericht "nc"(non-connect).
(De gemeten waarde wordt niet geregistreerd indien de
stroomtang niet verbonden is bij het begin van de registratie).
CH1
wordt
Stap4. De registratie starten
(15)Druk op "START/STOP" gedurende 3 sec. en start de
registratie. Zolang de toets ingedrukt is, flikkert het bericht "REC".
Houd de toets ingedrukt; de gemeten waarde evenals het bericht
"REC" worden weergegeven en de registratie start. Als de toets
wordt losgelaten, stopt de registratie. (In deze registratiemodus
worden de geregistreerde gegevens niet gewist in geval van
doorlopende registratie. Ze worden wel gewist bij verandering van
registratiemodus of kanaal voor aansluiting van de stroomtang.
Breng op voorhand alle belangrijke gegevens over op PC).
In geval van verandering, de
-20-
Advertenties
Inhoudsopgave
