2.6
Verdeling aansluitklemmen
De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi-
lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel-
temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de
boiler geladen tot het uitschakeltemperatuurverschil (DT A) of de maximumtem-
peratuur van de boiler (S MX) is bereikt.
PWM
VFD
S1
R1
S4 / VFD / TVL
S4 / VFD / TRL
Sensoren S3 en S4 kunnen optioneel worden aangesloten. S3 kan optioneel ook
worden gebruikt als referentiesensor voor de optie nooduitschakeling boiler
(OSNO)
Wanneer de warmteverbruiksmeting (OWMZ) is geactiveerd, worden S4 en VFD
gebruikt als aanvoer-, resp. retoursensor.
VBus
9 10
S3 / TSPO
S2
S1
drainback-installatie
R1
R2
Voorbeeld
S3
S2
7