SATEL
8. Configureer de detector.
Configureer als eerste de LED indicatie instellingen ("De LED indicatie configureren").
Als u deze instellingen wilt wijzigen nadat u de gevoeligheid van de detectoren hebt
geconfigureerd, dan moet u het gevoeligheidsconfiguratieproces herhalen.
9. Sluit de behuizing.
6. De LED indicatie configureren
1. Koppel de detector voeding af (als deze erop stond).
2. Plaats een jumper op de LED pinnen.
3. Schakel de voeding van de detector in. De LED zal blauw gaan knipperen wat betekent
dat de detector opwarmt.
4. Verwijder binnen 10 seconden de jumper van de LED pinnen om de LED
configuratiemode te starten. De LED begint te knipperen in de kleur die geselecteerd is
met de PIR potentiometer (de kleur hoeft niet dezelfde te zijn als die gebruikt wordt voor
een alarm- / storingsindicatie door de LED).
5. Gebruik de PIR potentiometer om een nieuwe kleur voor een alarm- / storingsindicatie te
selecteren.
6. Gebruik de MW potentiometer om te bepalen of de LED bewegingsdetectie door de radar
en PIR detectoren moet weergeven:
– Minimale positie - indicatie uitgeschakeld,
– Maximale positie - indicatie ingeschakeld.
7. Plaats een jumper op de LED pinnen. De instellingen worden opgeslagen. De LED
configuratie mode zal worden beëindigd.
SLIM-DUAL
7