Kennisgevingen voor gebruik
Als de tweede melding verschijnt als gevolg van een verdere verhoging van de temperatuur van het
•
apparaat, wordt het apparaat uitgeschakeld. Gebruik het apparaat pas weer als de temperatuur van
het apparaat binnen het aanbevolen bedrijfstemperatuurbereik ligt. Als tijdens een noodoproep een
tweede waarschuwing verschijnt, wordt de oproep niet verbroken door een gedwongen uitschakeling.
Aanbevolen bedrijfstemperatuurbereik
De aanbevolen bedrijfstemperatuur van het apparaat ligt tussen 0 °C en 35 °C. Als u het apparaat
gebruikt buiten het aanbevolen temperatuurbereik, kan het apparaat beschadigd raken of kan de
levensduur van de batterij worden beperkt.
Voorzorgsmaatregelen voor de gebruiksomgeving
In de volgende omstandigheden kan uw apparaat warm worden vanwege de omgeving. Wees voorzichtig
zodat u de levensduur van de batterij niet inkort, het apparaat niet beschadigt en geen brand veroorzaakt.
Bewaar uw apparaat niet bij zeer lage of zeer hoge temperaturen.
•
Stel het apparaat niet gedurende langere tijd bloot aan direct zonlicht.
•
Gebruik of bewaar het apparaat niet gedurende langere tijd op zeer hete plaatsen, zoals in een auto in
•
de zomer.
Plaats het apparaat niet op een locatie die oververhit kan raken, zoals een elektrische deken.
•
Plaats het apparaat niet dichtbij of in verwarmingsapparatuur, magnetrons, warme kooktoestellen of
•
hogedrukcompartimenten.
Gebruik geen kabel waarvan het omhulsel verwijderd of beschadigd is en gebruik geen oplader of
•
batterij die beschadigd of defect is.
156