Hoofdstuk 2
i
Druk op
.
OPMERKING
U kunt de selectie van het papierformaat
en de papierlade tijdelijk wijzigen voor de
volgende kopie. (Zie Papierformaat
uu pagina 81 en Ladeselectie
(MFC-J4710DW) uu pagina 81.)
Ladegebruik in de faxmodus
(MFC-J4710DW)
U kunt de standaardlade voor het afdrukken
van ontvangen faxen wijzigen.
Als u Autom. ladesel. selecteert, kan de
machine eerst papier uit lade 1 nemen, of uit
lade 2 in de volgende gevallen:
Lade 2 is ingesteld op een ander
papierformaat dat geschikter is voor de
binnenkomende faxen.
Beide laden bevatten hetzelfde
papierformaat en lade 1 is niet ingesteld
voor het gebruik van normaal papier.
a
Druk op
.
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d
Druk op Standaardinst.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Lade-instelling weer te geven.
f
Druk op Lade-instelling.
g
Druk op Ladegebruik: faxen.
h
Druk op Lade 1, Lade 2 of
Autom. ladesel.
i
Druk op
.
44
Geschikt papier en
andere afdrukmedia
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit voor de gekozen
instellingen te realiseren, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat in de lade is geplaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
2
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste
resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten of glanzend papier,
moeten op het tabblad Normaal van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu van de machine
altijd de juiste afdrukmedia zijn
geselecteerd.
(MFC-J4510DW: Zie Papiersoort
uu pagina 42.)
(MFC-J4710DW: Zie Papierformaat en -
soort (MFC-J4710DW) uu pagina 43.)
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade. U
vindt dit extra vel in de verpakking van het
papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
2