Inhoudsopgave
Advertenties
10
1. Schakel de voeding van de detector in. De LED zal voor 30 seconden rood en groen
knipperen, wat betekent dat de detector opwarmt.
2. Wanneer de LED stopt met knipperen, controleert u of de LED gaat branden als u binnen
het bereik van de detector komt. Afbeelding 15 toont het maximale detectiebereik van een
detector die geïnstalleerd is op 2,4 m hoogte.
Detectoren apart testen
Om de radar detector te testen, doe het volgende:
1. Voordat u de detector inschakelt, plaatst u de jumper over de MODE pinnen zoals
getoond in Afb. 4.
2. Schakel de voeding van de detector in en verwijder de jumper van de MODE pinnen
tijdens de opwarmperiode. Na afloop van de opwarmperiode zal de LED elke 3 seconden
groen moeten gaan knipperen.
3. Zorg ervoor dat de LED's groen worden wanneer u zich binnen het dekkingsgebied
verplaatst.
Om de PIR detector te testen, doe het volgende:
1. Voordat u de detector inschakelt, verwijdert u de jumper van de MODE pinnen.
2. Schakel de voeding van de detector in en plaats de jumper op de MODE pinnen tijdens
de opwarmperiode, zoals getoond in Afb. 4. Na afloop van de opwarmperiode zal de LED
elke 3 seconden rood moeten gaan knipperen.
3. Zorg ervoor dat de LED's rood worden wanneer u zich binnen het dekkingsgebied
verplaatst.
Het afzonderlijk testen van de detectoren wordt automatisch na 20 minuten beëindigd.
7. Specificaties
Voedingsvoltage ................................................................................................ 12 V DC ±15%
Stand-by verbruik .............................................................................................................18 mA
Maximaal verbruik ...........................................................................................................25 mA
EOL weerstanden ...................................................................................................... 2 x 1,1 k
Uitgangen
alarm (NC relais, resistieve belasting) ........................................................ 40 mA / 24 V DC
anti-mask (NC relais, resistieve belasting) .................................................. 40 mA / 24 V DC
sabotage (NC) .......................................................................................... 100 mA / 30 V DC
Relais contact weerstand
alarm uitgang ................................................................................................................. 34 Ω
anti-mask uitgang .......................................................................................................... 34 Ω
Radar frequentie ..................................................................................................... 10,525 GHz
Detectie snelheid ...................................................................................................... 0,3...3 m/s
Alarm signaleringstijd ............................................................................................................ 2 s
Opwarm tijd ......................................................................................................................... 30 s
Aanbevolen installatiehoogte ............................................................................................ 2,4 m
Detectiebereik ................................................................................................. 18 m x 12 m, 88°
Beveiligingsklasse conform de EN50131-2-4 ................................................................ Grade 2
Voldoet aan de normen ........................ EN 50131-1, EN 50131-2-4, EN 50130-4, EN 50130-5
Milieuklasse conform de EN50130-5........................................................................................ II
SILVER
SATEL
Advertenties
Inhoudsopgave
