14.2 Programma instellen
U kunt het spoelen afstemmen op de
vervuilingsgraad van het serviesgoed
door een geschikt programma in te
stellen.
Vereiste: De apparaatdeur is geslo-
ten.
Op de programmatoets drukken.
▶
Het programma is ingesteld en de
a
programmatoets knippert.
14.3 Extra functie instellen
Als aanvulling op het gekozen spoel-
programma kunt u extra functies in-
stellen.
Opmerking: De beschikbare extra
functies zijn afhankelijk van het geko-
zen programma.
Op de knop van de gewenste ex-
▶
tra functie drukken.
→ "Extra functies", Pagina 22
De extra functie is ingesteld en de
a
toets van de extra functie knippert.
14.4 Tijdinstelling maken
U kunt de programmastart maximaal
24 uur verschuiven.
indrukken.
1.
Net zo vaak op
2.
het display de gewenste tijd aan-
geeft.
Afhankelijk van de tijdinstelling
wordt het programma-einde op het
display aangegeven met "Klaar in"
(bijv. 3h 25min) of "Klaar om" (bijv.
15:20 uur). De instelling kunt u in
de basisinstellingen veranderen.
Om de tijdinstelling te activeren
3.
drukt u op
Opmerking: De tijdinstelling deacti-
veert u door ca. 4 seconden op
te drukken.
of
drukken tot
.
De Bediening in essentie nl
14.5 Programma starten
Druk op
▶
Het programma is afgelopen wan-
a
neer het display "Klaar" aangeeft.
Opmerkingen
Als u serviesgoed wilt toevoegen
¡
terwijl het apparaat al werkt, mag u
het tablettenbakje niet als hand-
greep voor de bovenste servies-
korf gebruiken. Hierdoor kunt u
met de gedeeltelijk opgeloste tab
in aanraking komen.
U kunt het lopende programma al-
¡
leen veranderen door het program-
ma af te breken.
→ "Programma afbreken",
Pagina 38
Om energie te besparen wordt het
¡
apparaat 1 minuut na het program-
ma-einde automatisch uitgescha-
keld. Als u de deur direct na het
programma-einde opent, wordt het
apparaat na 4 seconden uitge-
schakeld.
14.6 Programma onderbreken
Opmerking: Als u bij een opge-
warmd apparaat de apparaatdeur
opent, kunt u de apparaatdeur het
beste eerst enkele minuten op een
kier laten staan en vervolgens sluiten.
Op deze wijze voorkomt u dat er een
overdruk in het apparaat optreedt en
de apparaatdeur openspringt.
indrukken.
1.
Het programma wordt opgeslagen
a
en het apparaat wordt uitgescha-
keld.
Op
drukken om het programma
2.
voort te zetten.
.
37