5.3
Aansluitleidingen monteren
Gevaar voor letsel door ondeskundige installatie van de aansluitleidingen!
Een onjuiste installatie van de gascompressor kan ongevallen met ernstig of do-
delijk letsel tot gevolg hebben.
► Aansluitleidingen langdurig lekvrij maken.
► Controleer of de aansluitleidingen goed vastzitten.
► Vervang defecte componenten onmiddellijk.
Risico van letsel als gevolg van lekkende terugslagkleppen!
Lekkende terugslagkleppen kunnen leiden tot ongevallen met ernstig letsel of
overlijden.
► Een terugstroming van het gas via de terugslagkleppen mag er niet toe lei-
► De lekgrenswaarden moeten in acht worden genomen.
► Beoordeel het risico in de algemene risicobeoordeling van de installatie.
De gascompressor wordt geleverd zonder schroefverbindingen of aansluitleidin-
gen. Let op de informatie in het hoofdstuk "Aansluitingen" en in de algemene te-
kening. Om storingen te voorkomen, moeten de doorsneden van de
aansluitleidingen op de bijbehorende volumestromen zijn afgestemd.
5.3.1
Aandrijflucht aansluiten
Sluit de aandrijfluchtaansluitleiding aan op de aandrijfluchtaansluiting (P
de schuifverdelerbehuizing. Let op de informatie over de aansluiting in de alge-
mene tekening.
5.3.2
Stuurlucht aansluiten
Sluit de stuurlucht met een slang of een leiding aan op de stuurluchtaansluiting
(X) van de gascompressor. Let op de informatie over de aansluiting in de algeme-
ne tekening.
5.3.3
Inlaatleiding en de uitlaatleiding aansluiten
Sluit de inlaat- en uitlaatleidingen op de juiste manier aan op de overeenkomstige
gascompressoraansluitingen (A en B). Let op de informatie over de aansluiting in
de algemene tekening.
0000000141 - 003 - NL
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
den dat de maximale bedrijfsdruk in de toevoerleiding wordt overschreden.
Montage
) van
L
26