Algemeen
Schema, vullen
De vulapparatuur wordt weergegeven door de delen met een stippellijn.
Opmerking: Het moet mogelijk zijn om de collectorleidingen te ontluchten op
plaatsen waar zich luchtzakken kunnen vormen. Controleer altijd de filter (99)
bij het vullen en ontluchten van het captatiesysteem.
100
98a
98b
102
96. Niveau-/expansievat
97. Vulkit
98. Afsluiter
99. CTC-filter
100. 3-wegklep
Kleppen
Om onderhoud aan de koeleenheid te vereenvoudigen, moeten er afsluiters
worden gemonteerd op de inkomende en de uitgaande aansluitingen. Plaats
een vulset zodat u de collectorlus later kunt vullen en ontluchten.
Ontluchten
De collectorlus mag geen lucht bevatten. Zelfs het kleinste beetje lucht kan
de werking van de warmtepomp in gevaar brengen. Zie Vullen en ontluchten
hieronder.
Isolatie tegen condensatie
Alle leidingen van het captatiesysteem moeten worden geïsoleerd tegen
condensatie, anders kan er zware ijs- en condensvorming optreden.
18
CTC EcoPart XL
96
99
98c
101
97
101. Externe vulpomp
102. Mengvat
103. Captatie-/koelmiddelpomp
104. Verdamper
105. Veiligheidsklep 3 bar
!
Het mengvat en de
pomp moeten de
juiste maat hebben.
105
T
c
c
98d
104
103