Algemeen
4.1 Aansluiting
De aansluiting kan op de rechter-, linker- boven- en onderkant van de
warmtepomp zitten. Snijd de afdekplaat op de zijde waarop de leidingen
worden aangesloten weg. Wanneer er een opening is gemaakt in de zijplaat,
voert u de installatie als volgt uit:
1.
Plaats de bijgeleverde beschermrand rondom de rand van de opening
in de isolatieplaat om de leidingen te beschermen. Pas indien nodig de
lengte van de rand aan zodat deze in de opening past.
2.
Leid de leidingen door de opening in de afdekplaat op de zijkant en sluit
ze aan. Zorg ervoor dat de isolatie alle delen van de captatie-aansluiting
bedekt om de vorming van ijs en condensatie te voorkomen.
3.
Installeer dan het collectorsysteem.
U kunt ook het vertrek aansluiten op één zijde en het retour op de andere.
Raadpleeg Informatie over afmetingen voor maten en afmetingen. De
afmetingen van de leiding tussen de warmtepomp en de captatielus mogen
niet minder zijn dan Ø35 mm.
4.1.1 Verwarmingsmediumzijde
De warmtepomp wordt aangesloten met ten minste Ø35 mm en kan dan
worden opgenomen in een verzamelleiding. De terugslagklep en het vuilfilter
zijn 1¼". De afmetingen van de verzamelleiding hangen af van de installatie
in kwestie.
Leid de buizen zo dat er geen ander hoogste punt aanwezig is waarin zich
lucht kan verzamelen die de circulatie kan belemmeren. Als dit niet mogelijk
is, voorzie dit hoogste punt dan van een automatische ontluchter.
Aftakking minimaal
Ø35 mm
verzamelleiding
Debiet
verzamelleiding
Vuilfilter
Regelklep
Terugslagklep
Afsluiter
14
CTC EcoPart XL
Retour
verwarmingsmediumzijde
Debiet verwarmingsmediumzijde
Retour
Retour
verwarmingsmediumzijde
Debiet verwarmingsmediumzijde
!
!
Aansluitpunt Ø28 mm
20
Warmtepomp 2
19
20
Warmtepomp 1
19
Wanneer de onderste
koelmodule is
aangesloten op de
zijkant, moet de rand
worden geïsoleerd met
de rubberen strip zodat
deze niet tegen de
leiding schuurt.
Het is zeer belangrijk
dat de aftakkingen
precies even lang
zijn waar ze worden
opgenomen in de
verzamelleiding.