Storingen
9
Storingen
Montage, onderhoud en herstelling mogen alleen door een erkende installateur worden uitgevoerd.
In de volgende tabel wordt het oplossen van mogelijke storingen beschreven.
Display
Beschrijving
A0
Defecte temperatuursensoren in de waterinlaat
en -uitlaat.
A1
Sterk verhoogde temperatuur in de behuizing (inlaat-
temperatuur verbrandingslucht te hoog, kalkafzettin-
gen in binnenlichaam).
A4
Defect luchttemperatuursensor in behuizing.
A7
Defecte warmwatertemperatuursensor.
A9
Warmwatertemperatuursensor niet correct geïnstal-
leerd.
Lage gasaansluitdruk.
C7
Ventilator draait niet.
CA
Waterdebiet overschrijdt de maximale grenswaarde. ▶ Waterfilter/waterdebietbegrenzer controleren.
CF
Geblokkeerde rookgasaansluiting.
C1
Hoeveelheid lucht is niet voldoende voor de inbedrijf-
stelling.
E0
Storing van de stuurkast.
E1
De warmwatertemperatuursensor constateert over-
verhitting.
E2
Defecte koudwatertemperatuursensor.
E4
De luchttemperatuursensor in de behuizing consta-
teert oververhitting (rookgasafvoer in de warmtewis-
selaar).
E9
Thermische beveiliging.
EA
Vlam wordt niet herkend.
EE
De bedrading van één van de spoelen van de gasblok
is los of de spoel is defect.
Tabel 18
26
Verhelpen
▶ Controleer de temperatuursensor en de bijbe-
horende aansluitingen.
▶ Neem contact op met een installateur.
Het toestel regelt het toestelvermogen automa-
tisch, om oververhitting te voorkomen.
▶ Controleer de temperatuursensor en de bijbe-
horende aansluitingen.
▶ Controleer de temperatuursensor en de bijbe-
horende aansluitingen.
▶ Controleer de montage.
▶ Controleren aansluitdruk.
▶ Controleer de aansluitingen van de ventilator.
▶ Sluit de warmwaterkraan en open deze weer.
▶ Verwijder vuil of andere vreemde objecten van
de rookgas-/luchtleiding.
▶ Sluit de warmwaterkraan en open deze weer.
Schakel een installateur in wanneer de storing
weer optreedt.
▶ Druk op de resettoets.
Wanneer de storing blijft bestaan, erkend installa-
teur inschakelen.
▶ Laat het toestel afkoelen en probeer het op-
nieuw.
Wanneer de storing blijft bestaan, erkend installa-
teur inschakelen.
▶ Controleer de temperatuursensor en de bijbe-
horende aansluitingen.
▶ Schakel het toestel uit.
▶ Neem contact op met een installateur.
▶ Schakel een erkend installateur in.
▶ Gasaansluitdruk, netaansluiting, ontstekings-
elektrode en/of ionisatie elektrode controle-
1)
ren.
▶ Druk op de resettoets.
▶ Bekabeling bevestigen of gasblok vervangen.
HydroCompact – 6 720 808 629 (2014/08)
1)
1)
1)
1)
1)