Elektrische aansluiting (alleen voor de installateur)
6
Elektrische aansluiting (alleen voor de
installateur)
GEVAAR: Elektrocutiegevaar!
▶ Voor werkzaamheden aan het elektri-
sche deel de voedingsspanning (230 V
AC) onderbreken (zekering, vermogens-
automaat) en beveiligen tegen onbe-
doeld herinschakelen.
Alle regel-, stuur- en veiligheidsinrichtingen van het toestel zijn
bedrijfsklaar bedraad en getest.
VOORZICHTIG: Blikseminslag!
▶ Het toestel moet in de schakelkast over
een eigen aansluiting beschikken en
door een 30 mA FI-schakelaar en rand-
aarde zijn beveiligd. Installeer in gebie-
den met regelmatige blikseminslag een
bliksemafleider.
6.1
Aansluiting van de netkabel
Voer de aansluiting op het elektrische net uit
conform de geldende voorschriften voor
huishoudelijke elektrotechnische installa-
ties.
▶ Er moet een randaarde aanwezig zijn.
▶ Gebruik voor de stroomvoorziening een stopcontact met
randaarde.
6.2
Vervangen van de netkabel
Beschadigde netkabels moeten door origine-
le onderdelen worden vervangen.
▶ Trek de netkabel los.
▶ Maak de borgschroef van de kabel op het toestelhuis los.
▶ Neem de mantel van het toestel af (afb. 12, 19).
▶ Neem de stuurkast van de draagplaat.
▶ Maak de aansluitklemmen van de netkabel op de stuurkast
los.
▶ Verwijder de netkabel en vervang deze door een nieuwe.
▶ Plaats de mantel van het toestel.
▶ Controleer de goede werking.
22
HydroCompact – 6 720 808 629 (2014/08)