Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig.
Voertuig: Hiermee kiest u het voertuigpictogram voor het aangeven van uw positie op de kaart.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als er meer details worden weergegeven, wordt de
kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens wijzigen.
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de kaartpagina worden weergegeven
aanpassen,
pagina 31).
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik
van de kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en uitzoomen.
Eenheden: Hiermee stelt u de afstandseenheid in die op de kaart wordt gebruikt.
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn geïnstalleerd.
TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar garmin.com/maps.
1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn Kaarten.
2 Selecteer een kaart.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
1 Selecteer Instellingen > Draadloze netwerken > Wi-Fi.
2 Selecteer indien nodig de schakelaar om draadloze netwerktechnologie in te schakelen.
3 Selecteer een draadloos netwerk.
4 Voer indien nodig de coderingssleutel in.
Het toestel maakt verbinding met het draadloze netwerk. Het toestel onthoudt de netwerkinformatie van deze
locatie en maakt in de toekomst automatisch verbinding.
Draadloze Bluetooth technologie inschakelen
Selecteer Instellingen > Draadloze netwerken > Bluetooth.
Instellingen hulpsysteem voor de bestuurder
Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder.
Hoorbare waarschuwingen voor bestuurder: Hiermee schakelt u hoorbare waarschuwingen in voor elk type
waarschuwing voor de bestuurder
Gevarenzonealarm: Waarschuwt u wanneer u een flitser of roodlichtcamera nadert.
Routevoorbeeld: Toont een voorbeeld van de belangrijke wegen op uw route wanneer u begint met navigeren.
Pauzeplanning: Hiermee schakelt u functies voor pauzeplanning in, waarmee u uw rijtijden en pauzes kunt
monitoren en komende diensten kunt bekijken.
Verkeersinstellingen
Selecteer in het hoofdmenu Instellingen > Verkeersinformatie.
Verkeersinformatie: Hiermee schakelt u de verkeersinformatiefunctie in.
Huidige aanbieder: Hiermee wordt de verkeersinfoprovider ingesteld voor verkeersinformatie. Met de optie Auto
selecteert u automatisch de beste beschikbare verkeersinformatie.
Abonnementen: Hiermee worden de huidige verkeersabonnementen vermeld.
Optimaliseer route: Hiermee kan het toestel automatisch of op verzoek optimale alternatieve routes kiezen
(Files op uw route vermijden,
Instellingen
(Functies voor het waarschuwen van de bestuurder,
pagina 25).
(De kaartlagen
pagina 11).
61