Q
Apparaatinstellingen
U kunt de volgende instellingen
A p p a r a a t i n s t e l l i n g e n
veranderen:
het volume voor de toetsen en
■
instructiesignalen (bijv. aan het
programma-einde) en/of
de functie automatisch uitschakelen
■
van het apparaat activeren/
deactiveren en/of ~ Blz. 14
het instructiesignaal
■
trommelverzorging in-/uitschakelen
(afh. van model). vanaf ~ Blz. 30
Voor het wijzigen van de instellingen
moet u eerst altijd de instelmodus
activeren.
Instelmodus activeren
Toets # indrukken.
1.
Het apparaat is ingeschakeld en het
programma Katoen wordt op positie
1 weergegeven.
Op toets Temperatuur drukken en
2.
tegelijkertijd de programmakiezer
naar rechts op positie 2 verder
draaien. Toets loslaten.
De instelmodus is geactiveerd en op het
display verschijnt het vooringestelde
volume voor de instructiesignalen.
U kunt nu de instellingen wijzigen:
Apparaatinstellingen
Signaalvolume wijzigen
Met de toets Klaar in + of - wijzigt u op
de programmakiezer posities:
2: het volume voor de
■
instructiesignalen en/of op
3: het volume voor de toetssignalen.
■
Instelmodus afronden of:
Automatisch uitschakelen van
het apparaat activeren/
deactiveren
Met toets Klaar in + of - kiest u op de
programmakiezer positie 4 de functie
automatisch uitschakelen aan (On) of
uit ( (OFF).
Instelmodus afronden of:
Instructiesignaal
trommelverzorging in-/
uitschakelen
afhankelijk van model
Met toets Klaar in + of - schakelt u op
programmakiezer positie 5 het
instructiesignaal Trommel reinigen in
(On) of uit (OFF).
Instelmodus afronden
Voor het beëindigen en opslaan van de
instellingen drukt u op toets #.
Het apparaat is uitgeschakeld. De
gekozen instellingen zijn actief bij de
volgende keer inschakelen.
0 = uit,
1 = zacht,
2 = gemiddeld,
3 = luid,
4 = zeer luid
nl
43